Rechtbank Breda wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af omdat de termijnoverschrijding hoofdzakelijk is veroorzaakt door het premature beroep dat belanghebbenden hadden ingesteld. De inspecteur heeft in redelijkheid kunnen wachten met het doen van uitspraak op bezwaar totdat belanghebbenden hun premature beroep hadden ingetrokken.

Belanghebbenden zijn de erfgenamen van erflater die in 1996 is overleden. Erflater wordt na zijn overlijden geïdentificeerd als houder van rekeningen bij de KB Lux. De inspecteur legt eind december 2002 aan belanghebbenden navorderingsaanslagen IB/PVV 1990 en vermogensbelasting 1991 op met boeten. Op het verzoek van belanghebbenden van april 2003 tot vernietiging van de aanslagen antwoordt de inspecteur afwijzend, daarbij aangevende dat zijn reactie geen uitspraak op bezwaar is. De gemachtigde van belanghebbenden stelt tegen de afwijzing beroep in bij Hof 's-Hertogenbosch. Op 2 mei 2011, nadat belanghebbenden het beroep hebben ingetrokken, doet de inspecteur uitspraak op bezwaar. 

Rechtbank Breda wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af omdat de termijnoverschrijding hoofdzakelijk is veroorzaakt door het premature beroep dat belanghebbenden hebben ingesteld. Belanghebbenden hebben beroep ingesteld tegen een brief van de inspecteur die geen uitspraak op bezwaar was. Dit rechtsmiddel is de primaire oorzaak van de termijnoverschrijding bij de uitspraak op bezwaar. Van de inspecteur kon volgens de rechtbank niet worden geëist dat hij eerder uitspraak op bezwaar zou doen dan na intrekking van het premature beroep van belanghebbenden. Er is sprake van bijzondere omstandigheden als bedoeld in HR 22 april 2005, nr. 37.984, BNB 2005/337 die maken dat een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn niet aan de orde kan zijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 14 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen