Rechtbank Gelderland oordeelt dat er sprake is van een prematuur bezwaarschrift en dat dit terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Ten aanzien van het bezwaarschrift dat te laat is ingediend, stelt de rechtbank vast dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Sinds 1 januari 2013 is osteopaat X btw verschuldigd over de door hem verleende diensten. X is het hier echter niet mee eens en maakt op 23 april 2013 bezwaar tegen de op aangifte voldane btw over het eerste kwartaal van 2013. X verzoekt om het bezwaar aan te houden in verband met een proefprocedure, en maakt ook bezwaar tegen alle daaropvolgende periodes. In 2014 legt de inspecteur een btw-naheffingsaanslag over het derde kwartaal van 2014 op, omdat X geen btw heeft voldaan over dat kwartaal. Op 27 maart 2015 oordeelt de Hoge Raad (nr. 13/02667, V-N 2015/19.18) dat de dienstverlening van X onder het bereik van de vrijstelling van art. 11 lid 1 onderdeel g Wet OB 1968 valt. Eind 2017 maakt X vervolgens nogmaals bezwaar tegen de verstreken tijdvakken. De inspecteur doet op 31 mei 2018 uitspraak op de bezwaren van X. De btw over het eerste kwartaal 2013 wordt gerestitueerd, ten aanzien van de overige kwartalen worden de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
Rechtbank Gelderland stelt vast dat het bezwaar van 23 april 2013 prematuur is. Op het moment dat bezwaar werd gemaakt, was de btw namelijk nog niet op aangifte voldaan. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur de bezwaren dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard. Voor het bezwaar uit 2017 geldt volgens de rechtbank dat er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, zodat dit bezwaar ook niet-ontvankelijk is. Volgens de rechtbank waren er aan de zijde van X namelijk omstandigheden die hem ertoe hadden moeten bewegen om niet uitsluitend af te wachten, en had het op de weg van X gelegen om contact met de inspecteur te zoeken.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 1 april