De Staatssecretaris van Financiën heeft het transitieplan voor de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties naar de Eerste Kamer gestuurd. Hij had dat aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag.
Er vallen in het plan twee fasen te onderscheiden, nl. de voorbereidingsfase en de implementatiefase. In beide fasen is de voorlichting van groot belang.
- •.
De voorlichting: Een deel van de voorlichting wordt digitaal vormgegeven, via de website van de Belastingdienst, het Ondernemersplein en sociale media, maar ook door middel van informatie vanuit de belangenorganisaties. Daarnaast zal, op verzoek, voorlichting worden gegeven tijdens (regionale) bijeenkomsten van belangenorganisaties, brancheorganisaties en grote bedrijven. Bij de voorlichting zal benadrukt worden dat het beoordelen en publiceren van overeenkomsten een service is van de Belastingdienst, dat de model- en voorbeeldovereenkomsten dus niet verplicht zijn en dat het ook niet verplicht is om een overeenkomst voor te leggen aan de Belastingdienst.
- •.
De voorbereidingsfase (periode heden tot 1 april 2016): In deze fase ligt de nadruk op het geven van voorlichting en op het tot stand komen van model- en voorbeeldovereenkomsten. Er wordt naar gestreefd om meer algemene modelovereenkomsten te ontwikkelen, die in een groot aantal situaties en sectoren toepasbaar zijn. Deze algemene modelovereenkomsten geven zekerheid over de loonheffingen, indien ook daadwerkelijk volgens de overeenkomst wordt gewerkt. Daarnaast is het mogelijk om (sectorale) voorbeeldovereenkomsten voor te leggen aan de Belastingdienst. Hoe sneller partijen hun (voorbeeld)overeenkomst aan de Belastingdienst voorleggen, des te meer tijd is er voor overleg met de Belastingdienst en de implementatie.
- •.
De implementatiefase (periode 1 april 2016 tot 1 januari 2017): Vanaf 1 april 2016 worden er geen Verklaringen arbeidsrelaties meer verstrekt. Ook kan er aan bestaande VAR's voor de periode na de inwerkingtreding geen vrijwaring worden ontleend. Opdrachtgevers en opdrachtnemers zullen, waar nodig, hun werkwijze moeten aanpassen. Tot 1 januari 2017 hebben opdrachtgevers en opdrachtnemers een inspanningsverplichting. De Belastingdienst zal toezicht houden en, met uitzondering van bepaalde situaties, in principe geen repressieve handhavingsmaatregelen nemen. Bij het houden van toezicht zal de nadruk liggen op het geven van voorlichting en het bieden van een helpende hand bij de implementatie.
De nieuwe werkwijze geldt vanaf 1 januari 2017. Er is dan voldoende tijd geweest voor partijen om (indien nodig) op een andere manier te gaan werken.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 18 november