Belanghebbende, X, houdt aandelen in Q bv. In verband met de inkoop van de aandelen door de bv geeft X een vervreemdingsvoordeel aan van € 1,5 mln. De inspecteur corrigeert de aangifte en stelt de ab-winst daarbij vast op € 5,5 mln. Volgens de inspecteur is de inkoopprijs bedongen bij een niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst. Rechtbank Noord-Holland vermindert de aanslag naar een ab-winst van € 5,1 mln in verband met een dubbeltelling.
Hof Amsterdam oordeelt dat aannemelijk is dat de tegenprestatie voor de ingekochte aandelen is overeengekomen met het oog op kunstmatige verkleining van winsten in een transactie tussen, in feite, familieleden. De tegenprestatie voor de ingekochte aandelen is dan bedongen bij een niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst. Het hof acht van belang dat met het oog op de inkoop geen taxatie van de aandelen en de onderliggende activa is verricht. Verder ontbreekt ook een schriftelijke vastlegging van de wijze van totstandkoming van de inkoopprijs en onderhandeling daarover en vormt de inkoop in feite een transactie tussen zus (X) en haar broer, de enig bestuurder en uiteindelijk enig aandeelhouder van Q bv. Verder is de inkoopprijs aanzienlijk lager dan de intrinsieke waarde van de aandelen en geeft X geen afdoende verklaring voor dit verschil. Het hof volgt vervolgens het standpunt van de inspecteur dat, indien bij de waardebepaling rekening dient te worden gehouden met de incourantheid en beperkte zeggenschap van de aandelen, een afslag van 5% van de intrinsieke waarde volstaat. Het hof stelt de waarde in het economisch verkeer van de aandelen vast op € 4,9 mln
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.22
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 8 september
Informatiesoort: VN Vandaag