X is enig aandeelhouder en bestuurder van Y BV, die hem een pensioen toezegt vanaf de leeftijd van 65 jaar. Op 4 mei 2017 keert Y BV € 600.000 dividend uit aan X. Op 8 augustus 2017 draagt de verzekeringsmaatschappij het pensioenkapitaal over aan X en stort een bedrag van € 96.841. Op 6 september 2017 tekent X de informatieformulieren voor gefaciliteerde afkoop van pensioen in eigen beheer. De inspecteur stelt dat door de dividenduitkering het pensioen in eigen beheer is prijsgegeven en belast moet worden als loon uit vroegere dienstbetrekking. X maakt bezwaar en stelt dat hij rekening mocht houden met de afstempeling van het pensioen naar fiscale waarde, waardoor voldoende winst beschikbaar was voor de dividenduitkering.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat het pensioen in eigen beheer door de dividenduitkering is prijsgegeven gezien Y BV hierdoor niet meer in staat is om aan haar pensioenverplichting te voldoen. De pensioenaanspraak is afgekocht en de commerciële waarde wordt aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. De commerciële waarde van de pensioenaanspraken bedraagt op 4 mei 2017 € 1.198.392 en het balanstotaal na de dividenduitkering is € 645.355. Dat er vooruitlopend op de omzetting kon worden afgestempeld om de dividenduitkering mogelijk te maken, berust op een onjuiste rechtsopvatting.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 38n
Wet op de loonbelasting 1964 19b
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Loonbelasting, Inkomstenbelasting
Editie: 28 april
Informatiesoort: VN Vandaag