Inkomstenbelasting
Maatregelen in de woningsfeer
- De informatieplicht bij eigenwoningschuld anders dan bij aangewezen administratieplichtigen wordt vereenvoudigd. Voorgesteld wordt het proces van de informatieplicht te integreren in het aangifteproces vanaf het belastingjaar 2016.
- De sanctie bij aflossingsachterstand wordt verzacht. Voorgesteld wordt dat overgang van de schuld waarvoor de aflossingsachterstand geldt naar box 3, niet langer permanent hoeft te zijn. Daardoor bestaat er (eventueel) slechts tijdelijk geen recht meer op renteaftrek. Deze sanctie zal met terugwerkende kracht tot en met invoering van de aflossingseis (1 januari 2013) worden aangepast.
- Met de aanpassing van de imputatieregeling SEW/BEW wordt de tekst in overeenstemming met het doel van de imputatieregeling gebracht.
- Fiscale partners kunnen een dubbele vrijstelling benutten bij onder meer kapitaalverzekeringen door bij het indienen van de aangifte een gezamenlijk verzoek doen op basis waarvan een uitkering uit een kapitaalverzekering wordt geacht voor de helft bij iedere partner op te komen. Omdat voor gevallen van vóór 1 januari 2016 een verzoek via de aangifte niet mogelijk is, zal via een beleidsbesluit een overeenkomstige tegemoetkoming worden ingevoerd.
- Het regime voor de behandeling van bezwaren in het kader van de Wet WOZ wordt zodanig gewijzigd dat bij de heroverweging in bezwaar met mogelijk tegengestelde belangen (van huurders of van verhuurders) rekening kan worden gehouden.
Overige maatregelen
- De minimumwaarderingsregel (waarde minimaal het totaal van de betaalde premies en andere bedragen) kan bij afkoop van een lijfrente ongewenste gevolgen hebben als de verschuldigde belasting het door de verzekering uitgekeerde bedrag overstijgt. Voorgesteld wordt om de minimumwaarderingsregel niet meer toe te passen. Bij beleidsbesluit is geregeld dat in bepaalde gevallen een tegemoetkoming kan worden verleend voor afkopen die zijn gedaan vóór 1 januari 2016.
- Voorgesteld wordt de nu nog geldende uitzondering in het partnerbegrip bij stiefkinderen op te heffen. In de wet zal worden opgenomen dat de aanverwant in de eerste graad van de belastingplichtige of de belanghebbende op verzoek niet als partner kwalificeert, tenzij beiden bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt.
Vennootschapsbelasting
- De Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen, die per 1 januari 2016 in werking treedt, wordt op twee punten aangepast. De eerste wijziging strekt ertoe te voorkomen dat ondernemingswinsten door publiekrechtelijke rechtspersonen onbelast kunnen worden genoten, door de onderneming onder te brengen in een commanditaire vennootschap. Ten tweede wordt een wijziging voorgesteld die het gemeenten, provincies, waterschappen en ministeries mogelijk maakt zonder fiscale consequenties te fuseren, te splitsen of taken te herschikken.
Omzetbelasting
- Het verlaagde btw-tarief voor growkits en kweekvloeistoffen zal vervallen. Voorgesteld wordt het verlaagde btw-tarief niet van toepassing te laten zijn op pootgoed en land- en tuinbouwzaden waaruit planten of vruchtlichamen van schimmels voortkomen, die zijn opgenomen in lijst I of lijst II behorende bij de Opiumwet.
- Voorgesteld wordt, voor de toepassing van het verlaagde btw-tarief op geneesmiddelen, de voorwaarde van een handelsvergunning in het kader van de Geneesmiddelenwet op te nemen in de Wet OB 1968 dan wel dat de geneesmiddelen behoren tot een categorie die in de wet is vrijgesteld van die voorwaarde.
Fiscaal procesrecht
- Het kabinet stelt voor een aantal verbeteringen aan te brengen in de massaalbezwaarprocedure zodat deze eenvoudiger, doeltreffender en dus vaker kan en zal worden benut.
- Daarnaast wil het kabinet ook in belastingzaken de mogelijkheid van het stellen van prejudiciële vragen invoeren.
- Er zal via een nieuwe bepaling in de Awir een schorsende werking hoger beroep bij toeslagen worden ingevoerd om het uitvoeringsproces te vereenvoudigen. Die schorsende werking gaat zowel voor de burger als voor de Belastingdienst/Toeslagen gelden.
Loonbelasting
- Het gebruikelijkheidscriterium werkkostenregeling wordt aangescherpt. Om tariefarbitrage te bestrijden wordt verduidelijkt dat het door de werkgever aanwijzen van aan een werknemer verstrekte vergoedingen e.d. als eindheffingsbestanddeel gebruikelijk moet zijn.
Invordering
- De bevoegdheid van de Belastingdienst tot toepassing van lijfsdwang wordt uitgebreid met civiele vorderingen die strekken tot betaling van schadevergoeding aan de ontvanger. Toepassing van lijfsdwang kan geschieden op de bestuurder, de vereffenaar en de feitelijke beleidsbepaler.
- De aansprakelijkheid bij handel in vennootschappen met fiscale en stille reserves wordt ingeperkt; zodanig dat disculpatie niet langer mogelijk is in geval van aansprakelijkheid voor vennootschapsbelasting die is verschuldigd ten aanzien van (1) een herinvesteringsreserve of (2) een (stille) reserve die samenhangt met activa die binnen zes maanden na de aandelenoverdracht worden vervreemd. De onderhavige wetswijziging werkt terug tot en met 15 september 2015, 15.15 uur. Lees ook OFM 2016: anti-misbruikbepaling bij fiscale claims vennootschappen aangescherpt
Motorrijtuigenbelasting
- Het kabinet schaft de mogelijkheid om de motorrijtuigenbelasting voor een heel jaar in één keer te betalen met ingang van 1 juli 2016 af. Voor gedane jaarbetalingen tot en met 30 juni 2016 heeft de maatregel geen effect.
Milieubelastingen
- Er komt een teruggaafregeling voor aardgas als brandstof voor vaartuigen
- Het tarief voor energiebelasting op lokaal opgewekte duurzame energie wordt verlaagd met 9,0 cent per kWh. De verlaging geldt zowel voor coöperaties die vanaf 1 januari 2016 worden aangewezen door de inspecteur als voor coöperaties die vóór die datum zijn aangewezen.
- Het kabinet introduceert voor de heffing van afvalstoffenbelasting bij export een fictie in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). Deze fictie houdt in dat een verleende toestemming voor het volledige in de beschikking vermelde gewicht betrekking heeft op afvalstoffen die in het buitenland worden verbrand, tenzij uit de beschikking anders blijkt.
Maatregelen met EU-aspecten of overige internationale aspecten
- Uitbreiding regeling uitgaven voor monumentenpanden en Natuurschoonwet 1928 naar aanleiding van uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het betreft een codificatie van het beleidsbesluit van 2 juli 2015, BLKB/2015/762M, V-N 2015/34.14. Dit houdt in dat onder voorwaarden ook aftrek van uitgaven voor monumentenpanden wordt toegestaan voor een monumentenpand dat op het grondgebied van o.a. een andere EU-lidstaat is gelegen. Voor de Natuurschoonwet 1928 (NSW 1928) geldt dat een onroerende zaak onder voorwaarden ook onder de NSW 1928 moet kunnen worden gerangschikt wanneer de onroerende zaak buiten Nederland is gelegen. In beide gevallen geldt onder meer de eis dat de onroerende zaak een element vormt van het Nederlands cultureel erfgoed.
- Implementatie verrekenprijsdocumentatie en ‘country-by-country reporting' In dit wetsvoorstel zijn nieuwe gestandaardiseerde documentatieverplichtingen opgenomen voor multinationale groepen over de verrekenprijzen die zij binnen het concern hanteren. Met deze documentatieverplichtingen implementeert Nederland – zoals aangekondigd in de brief van 2 juni 2015 - voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016, de uitkomst van actiepunt 13 van het OESO-project Base Erosion and Profit Shifting (BEPS–project) in opdracht van de G20.
- Step-up voor grensoverschrijdende juridische fusie en juridische splitsing. In de Wet op de dividendbelasting 1965 wordt een step-up geregeld voor een grensoverschrijdende juridische fusie en juridische splitsing zoals nu al het geval is bij een grensoverschrijdende aandelenruil.
- Handhavingsbepalingen Common Reporting Standard. In het kader van de aanpak van internationale belastingontduiking en belastingfraude is door de OESO een wereldwijde standaard ontwikkeld voor de identificatie van en rapportage over rekeningen van buitenlandse rekeninghouders, te weten de Common Reporting Standard (CRS). De CRS is door de Europese Unie overgenomen in Richtlijn 2014/107/EU. Op basis hiervan moeten EU-lidstaten onder meer aan hun financiële instellingen dezelfde identificatie en rapportagestandaard opleggen als voortvloeit uit de CRS. Voor Nederland worden de desbetreffende regels opgenomen in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen.
Zie voor de brondocumenten de bijlagen hieronder.
Lees ook de andere onderdelen van het Belastingpakket 2016:
- Prinsjesdag 2015: Belastingplan 2016 ingediend bij Tweede Kamer
- Prinsjesdag 2015: Wetsvoorstel tegemoetkomingen loondomein ingediend bij Tweede Kamer
- Prinsjesdag 2015: Wetsvoorstel implementatie wijzigingen Moederdochterrichtlijn 2015 ingediend bij Tweede Kamer
- Prinsjesdag 2015: Wetsvoorstel vrijstelling uitkeringen Artikel 2-Fonds ingediend bij Tweede Kamer
NB: Abonnees van Vakstudie Nieuws ontvangen eind volgende week een Bijzonder nummer van het tijdschrift waarin de wetsvoorstellen van redactioneel commentaar zijn voorzien. Die aflevering is op donderdag 24 september 2015 digitaal beschikbaar.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Dossiers: Prinsjesdag 2015
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 15 september