Op Prinsjesdag is het pakket Belastingplan 2018 bij de Tweede Kamer ingediend door het demissionaire kabinet. Het pakket bestaat uit vier wetsvoorstellen. Het gaat om het Belastingplan 2018, de Overige fiscale maatregelen 2018, de Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling en de Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling. Hieronder behandelen wij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018.

Inkomstenbelasting

  • Het partnerbegrip voor de IB en de toeslagen wordt aangepast. Kinderen voor wie een pleegzorgvergoeding wordt of werd verstrekt worden op verzoek niet als partner aangemerkt . Deze uitzondering geldt ook voor kinderen voor wie de verzorgende ouder in enig jaar kinderbijslag heeft ontvangen, maar die niet meer kwalificeren als pleegkind. Zie ook V-N 2017/29.4.
  • De vrijstelling voor voordelen op grond van bepaalde mobiliteitsprojecten vervalt. Deze wordt vervangen door een vrijstelling voor voordelen genoten op grond van projecten gericht op hinderbeperking tijdens grootschalige wegwerkzaamheden.
  • De vrijstelling pleegzorgvergoedingen vervalt nog niet per 1 januari 2018, maar in principe per 1 januari 2019.
  • De geldigheidsduur van de regeling van de multiplier giftenaftrek in de IB en de VPB wordt met een jaar verlengd. Deze vervalt nog niet per 1 januari 2018, maar per 1 januari 2019.
  • De tijdklemmen van een Brede Herwaarderingskapitaalverzekering vervallen. Dit betreft een codificatie van een beleidsbesluit (V-N 2017/27.11, TaxVisions editie 2 juni 2017)

Loonbelasting

  • De fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders van een beursgenoteerde vennootschap wordt afgeschaft.
  • De SVB mag de alleenstaande ouderenkorting ook toepassen op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen bij circa 2000 alleenstaande ouderen die geen AOW-uitkering ontvangen omdat zij niet minimaal een kalenderjaar verzekerd zijn geweest voor de AOW. 
  • Reparatie naar aanleiding van het Hoge Raad arrest (V-N 2017/2.13, TaxVisions editie 6 januari 2017) over pseudo-eindheffing over excessieve vertrekvergoedingen. Hiermee wordt voorkomen dat de pseudo-eindheffing wordt beperkt of voorkomen met voorwaardelijke aandelenoptierechten.
  • Vanaf 2019 wordt in de LB voor alle buitenlandse belastingplichtigen alleen nog maar het belastingdeel van de heffingskortingen toegepast waarop niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit het betreffende land in de IB recht hebben. Bij buitenlandse belastingplichtigen uit een EU-lidstaat, EER-lidstaat, Zwitserland of de BES-eilanden wordt in de LB enkel van de arbeidskorting het belastingdeel toegepast. Bij buitenlandse belastingplichtigen uit derde landen wordt van geen enkele heffingskorting het belastingdeel toegepast. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen en niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen.

Wet vermindering afdracht loonbelasting

  • Het wordt mogelijk de mededeling van uren, kosten en uitgaven voor een S&O-verklaring over alle in een kalenderjaar afgegeven S&O-verklaringen gezamenlijk te doen.

Vennootschapsbelasting

  • De liquidatieverliesregeling wordt aangepast naar aanleiding van een uitspraak van Hof 's-Hertogenbosch over een geconstrueerd liquidatieverlies (V-N 2017/7.13, TaxVisions editie 3 februari 2017). Voorgesteld wordt de wijze waarop het opgeofferde bedrag voor de ontvoegde dochtermaatschappij op het tijdstip van die ontvoeging wordt vastgesteld, aan te passen. 
  • De berekening van de voorkomingswinst bij interne gebruiksvergoedingen binnen een fiscale eenheid wordt aangepast naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad (V-N 2016/30.15, TaxVisions editie 10 juni 2016). De reikwijdte van de bepaling die momenteel al geldt voor financieringskosten wordt uitgebreid naar alle interne gebruiksvergoedingen binnen een fiscale eenheid. De bepaling gaat dus ook gelden voor bijvoorbeeld interne huur-, lease- en royaltyvergoedingen. Bij alle interne gebruiksvergoedingen binnen een fiscale eenheid wordt de voorkomingswinst vastgesteld alsof de fiscale eenheid niet bestaat.
  • In het kader van country-by-country reporting wordt voorgesteld "volutary filing"of "parent surrogate filing" tijdelijk toe te staan. De uiteindelijkemoederentiteit zal in dat geval het landenrapport verstrekken aan de Belastingdienst van het land waar de uiteindelijke moederentiteit is gevestigd. Dat land zal vervolgens het landenrapport uitwisselen met Nederland. Op Nederlandse groepsentiteiten rust dan niet langer de verplichting om het landenrapport te verstrekken aan de inspecteur. 

Dividendbelasting

  • De fiscale beleggingsinstelling wordt alsnog als inhoudingsplichtige uitgesloten van de toepassing van de inhoudingsvrijstelling voor opbrengsten die worden uitgekeerd aan (deels) vrijgestelde lichamen.

Kansspelbelasting

  • Voorgesteld wordt dat per maand of per kwartaal aangifte kan worden gedaan van de verschuldigde kansspelbelasting indien aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden is voldaan. 

Erf- en schenkbelasting

  • In de wet wordt duidelijker vastgelegd in welke gevallen huwelijkse voorwaarden leiden tot verschuldigd zijn van schenk- of erfbelasting. Voor echtgenoten die vanaf 2018 trouwen in een beperkte huwelijksgemeenschap met gelijke delen of daarbij kiezen voor een algehele huwelijksgemeenschap met gelijke aandelen is geen sprake van schenkbelasting, tenzij sprake is van een nephuwelijk. Er is uitsluitend schenkbelasting verschuldigd indien het aandeel van de minstvermogende in het totale vermogen hoger wordt dan 50% of het aandeel van de meestvermogende in het totale vermogen toeneemt. Een soortgelijke bepaling wordt voorgesteld voor de erfbelasting. Het voorstel geldt eveneens voor ongehuwd samenwonenden die een notarieel samenlevingscontract hebben.
  • Toetsing vindt plaats aan het totale vermogen van beide echtgenoten op het moment van huwelijkse voorwaarden. De schenking wordt beperkt tot ten hoogste 50% van het totale vermogen. Indien het huwelijk of notarieel samenlevingscontract wordt gesloten met als voornaamste doel het ontgaan van schenk- of erfbelasting wordt elke vermogensverschuiving aangemerkt als schenking. De inspecteur bewijst.
  • Navordering van schenk- en erfbelasting wordt ook toegestaan indien in verband met een vermindering van een belastingaanslag een navorderingsaanslag aan dezelfde verkrijger moet worden opgelegd. Tevens wordt gecodificeerd wanneer deze termijn voor navordering aanvangt. Deze maatregel gaat in met onmiddellijke werking. 
  • In de wet wordt expliciet opgenomen dat de aanslagtermijnen voor de schenkbelasting voortaan na de dag van het doen van aangifte ingaan wanneer meer dan vier maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de schenking plaatsvond aangifte van die schenking wordt gedaan. Deze maatregel gaat in met onmiddellijke werking.

Registratiewet

  • Er worden enkele wijzigingen voorgesteld die samenhangen met de lopende digitalisering van de processen rond de registratie van notariële akten. Het wordt mogelijk testamenten die al naar de algemene bewaarplaats voor notariële akten zijn overgebracht en annexen bij notariële akten elektronisch aan te leveren. 

Accijnzen

  • De bevoegdheid van de inspecteur voor het uitvoeren van onderzoek wordt uitgebreid tot alle gebouwen, uitgezonderd woningen, en alle grond waartoe op basis van de AWR toegang moet worden verleend, en blijft niet beperkt  tot accijnsgoederenplaatsen en plaatsen die onderworpen zijn aan beperkende bepalingen.

Belasting van personenauto's en motorrijwielen

  • Met ingang van 1 januari 2018 moet de (wijziging van de) catalogusprijs van een (bijzondere) personenauto, bestelauto of motorrijwiel (motorrijtuig) publiekelijk kenbaar gemaakt worden. De fabrikant of de door de fabrikant aangewezen importeur voor Nederland is hiervoor verantwoordelijk.

Motorrijtuigenbelasting

Massa rijklaar
  • Bij de grondslag van de berekening van de motorrijtuigenbelasting (MRB) zal niet langer gebruik worden gemaakt van de ‘eigen massa' van het motorrijtuig, maar van de ‘massa rijklaar' zoals opgenomen in het kentekenregister. Door deze aanpassing wordt ook de definitie van ‘toegestane maximum massa' aangepast en wordt voortaan ook rechtstreeks verwezen naar het kentekenregister. Met de introductie van de definitie "massa rijklaar" in de provinciale opcenten wordt het betreffende artikel van de Provinciewet vereenvoudigd.
Schorsen en naheffen
  • In de Wet MRB 1994 is geregeld dat naheffing van de MRB mogelijk is voor  een geschorst motorrijtuig dat wordt gebruikt op de weg, maar de Wegenverkeerswet 1994 laat de schorsing van rechtswege eindigen bij aanvang van een gebruik van de weg. De Wet MRB 1994 wordt dusdanig aangepast dat er geen onduidelijkheid meer bestaat dat de MRB in dergelijke situaties nageheven kan worden.

Milieubelastingen

  • In het Energieakkoord van 2013 is afgesproken dat de energie-intensieve industrie die deelnemer is in de Meerjarenafspraak Energie-efficiëntie ETS-ondernemingen (het MEE-convenant) 9 petajoule (PJ) aan additionele finale energiebesparing per 2020 realiseert. Daartoe  is een voorstel van de industrie uitgewerkt in de vorm van een addendum op het MEE-convenant, dat integraal deel uitmaakt van het MEE-convenant. De Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) kent op verzoek en onder voorwaarden een teruggaaf van energiebelasting. De Wbm wordt zodanig aangepast dat de afspraken gemaakt in het addendum geen invloed hebben op de toepassing van de teruggaaf energiebelasting. De wijziging werkt terug tot en met 20 april 2017 (de datum van inwerkingtreding van het addendum).

Invordering

Vereenvoudigen derdenbeslag
  • Het wordt mogelijk ook op andere geldvorderingen dan de vordering op de werkgever (loonvordering) of de uitkeringsinstantie zonder tussenkomst van de derdenbeslag te leggen. Het gaat daarbij om alle vorderingen voor zover deze vatbaar zijn voor beslag,  ook vorderingen op derden die de belastingschuldige uit een reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen. Volstaan kan worden met een vooraankondiging aan de belastingschuldige, gevolgd door een beschikking van de ontvanger.  De maatregel treedt  per 1 januari 2019 in werking en is ook van toepassing op belastingschulden die zijn ontstaan voor 1 januari 2019.
Vervallen schorsende werking fiscaal verzet
  • Als fiscaal verzet is gedaan, wordt de tenuitvoerlegging van het dwangbevel op grond van de wet automatisch opgeschort totdat op het verzet is beslist. Om het oneigenlijke gebruik van fiscaal verzet als vertragingsmiddel te bestrijden en onnodig hoge kosten voor de Belastingdienst in de toekomst te voorkomen, zal de schorsende werking met ingang van 2018 vervallen. 
Uitbreiding mededelingsplicht bodemzaak
  • Pandhouders en andere derden die het voornemen hebben handelingen te (laten) verrichten die tot gevolg hebben dat een bodemzaak niet langer als bodemzaak kwalificeert, moeten dit melden aan de Belastingdienst. Na de melding volgt een periode van vier weken waarin zij geen van deze handelingen mogen uitvoeren, op straffe van de verplichting de executiewaarde van de bodemzaak aan de Belastingdienst af te dragen.  Voorgesteld wordt die mededelingsplicht voortaan ook voor de belastingschuldige te laten gelden, om  frustratie van het bodem(voor)recht te voorkomen.

Algemene wet inzake rijksbelastingen

  • De inkeerregeling vervalt per 1 januari 2018 (zie ook V-N 2017/37.7). Dit betekent een strengere aanpak en minder coulance voor de overtreder die zich uiterlijk twee jaar na het begaan van de opzettelijke of grofschuldige overtreding meldt bij de inspecteur. Die overtreder zal een vergrijpboete worden opgelegd. Dit geldt ook voor overtredingen in verband met toeslagen. Ook kan de overtreder in bepaalde gevallen voor strafrechtelijke vervolging in aanmerking kan komen.
    • Inkeer blijft een strafverminderende omstandigheid die kan leiden tot matiging van vergrijpboeten.
    • Er wordt voorzien in overgangsrecht. De huidige inkeerregeling blijft voor de fiscaliteit van toepassing met betrekking tot aangiften die vóór 1 januari 2018 zijn gedaan of hadden  moeten zijn gedaan en met betrekking tot inlichtingen, gegevens of aanwijzingen die vóór 1  januari 2018 zijn verstrekt of hadden moeten zijn verstrekt. Dit geldt ook voor de Awir.

Diversen

Toegang tot de antiwitwasinlichtingen
  • Voorgesteld wordt een bepaling op te nemen in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB)  op grond waarvan de Belastingdienst desgevraagd toegang tot de antiwitwasinlichtingen verkrijgt voor de controle van de CRS-gegevens die de Belastingdienst moet verstrekken aan derde landen.

Belastingwet BES

  • Om de Belastingdienst ook een effectieve controlemogelijkheid te geven ten aanzien van de CRS-gegevens die afkomstig zijn van de financiële instellingen van de BES-eilanden, wordt voorgesteld om ook in de Belastingwet BES toegang tot antiwitwasinlichtingen te regelen voor de controle van die CRS-gegevens
  • Het kabinet stelt voor onroerende zaken - niet zijnde zelfstandige woningen - van sociaal-culturele instellingen charitatieve of culturele instellingen, van doelen voor de behartiging van het algemeen nut of een sociaal belang of van organisaties van werkgevers en werknemers, vrij te stellen van vastgoedbelasting. Deze vrijstelling geldt alleen voor zover deze instellingen niet in concurrentie treden met commerciële bedrijven.

Toeslagen

  • De ontvanger krijgt de bevoegdheid zowel de uitbetaling van toeslagen als belastingteruggaven aan zogenoemde uitreizigers,  die Nederland verlaten om zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie, op te schorten.
Bronnen:

 

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2017

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 19 september

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen