Op Prinsjesdag is de Wet minimum CO2-prijs industrie bij de Tweede Kamer ingediend.
Het pakket bestaat uit zeven wetsvoorstellen. Naast de Wet minimum CO2-prijs industrie gaat het om Wet rechtsherstel box 3, Overbruggingswet box 3, Belastingplan 2023, Wetsvoorstel delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen, Wijziging van de Wet Milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens en tenslotte het Wetsvoorstel kindgebonden budget en AOW.
Hieronder behandelen wij de Wet minimum CO2-prijs industrie. Tenzij anders is vermeld, geldt een datum van inwerkingtreding van 1 januari 2023.
In dit wetsvoorstel (kamernummer 36206) wordt ter uitvoering van het coalitieakkoord een minimum CO2-prijs ingevoerd voor de industrie. De minimum CO2-prijs industrie wordt toegevoegd aan de bestaande CO2-heffing industrie. De maatregel hangt samen met de prijs van een broeikasgasemissierecht binnen het Europese Emissiehandelssysteem (EU ETS). De minimum CO2-prijs industrie heeft als doel om Nederlandse industriële bedrijven te stimuleren om in hun keuzes rekening te houden met de gevolgen van broeikasgasemissies voor het klimaat.
De heffing bestaat na aanname van dit wetsvoorstel uit twee elementen:
- De CO2-heffing industrie die nu al geldt (CO2-margeheffing); een heffing over emissies waarvoor geen dispensatierechten beschikbaar zijn.
- Een nieuw in te voeren minimum CO2-prijs (minimum CO2-prijs industrie). Deze heffing ziet op de emissie voor zover daarvoor dispensatierechten zijn gebruikt en leidt alleen tot een heffing indien de CO2-prijs in het EU ETS onder een vooraf vastgestelde minimumprijs komt.
De minimum CO2-prijs zorgt er voor dat er een nationale belasting wordt geheven zodra de EU ETS-termijnkoers onder een bepaald minimum zakt. Hiermee wordt bereikt dat over de volledige broeikasgasemissies een minimumprijs geldt voor de industrie.
De minimum CO2-prijs industrie wordt geheven bij de belastingplichtigen die onder de huidige CO2-heffing industrie vallen. De belastingplichtigen zijn de exploitanten van een industriële installatie. Daarnaast geldt de minimum CO2-prijs ook voor afvalverbrandings- en lachgasinstallaties.
Bronnen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Milieuheffingen
Dossiers: Prinsjesdag 2022
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief