Op Prinsjesdag is het Wetsvoorstel delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen bij de Tweede Kamer ingediend.
Het pakket bestaat uit zeven wetsvoorstellen. Naast het Wetsvoorstel delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen gaat het om Wet minimum CO2-prijs industrie, Wet rechtsherstel box 3, Overbruggingswet box 3, Belastingplan 2023, Wijziging van de Wet Milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens en tenslotte het Wetsvoorstel kindgebonden budget en AOW.
Hieronder behandelen wij het Wetsvoorstel delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen. Tenzij anders is vermeld, geldt een datum van inwerkingtreding van 1 januari 2023.
Met dit voorstel (kamernummer 36207) wordt bewerkstelligd dat bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen en onder welke voorwaarden géén invorderingsrente in rekening wordt gebracht. Het gaat hierbij om situaties waarin het door uitzonderlijke omstandigheden niet redelijk is om invorderingsrente in rekening te brengen.
De specifieke gevallen worden in het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 opgenomen. In ieder geval wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht bij in 2022 opgelegde voorlopige aanslagen inkomstenbelasting over het jaar 2022 met box 3-inkomen zolang sprake is van een invorderingspauze bij die aanslagen. De ontvanger biedt een invorderingspauze aan tot het moment dat het box 3-inkomen in overeenstemming met het Kerstarrest van 24 december 2021, V-N 2022/2.3 is vastgesteld.
Bronnen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering
Dossiers: Prinsjesdag 2022, Box 3
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief