De staatssecretarissen van Financiën hebben op Prinsjesdag het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2024 bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2024. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2024 in werking treedt.

Het wetsvoorstel bevat de volgende wijzigingen:

Inkomstenbelasting
Reparatie lucratief belangregeling naar aanleiding van arrest Hoge Raad
Het kabinet stelt een reparatie van de lucratiefbelangregeling voor naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 14 april 2023, nr. 20/04413, V-N 2023/18.3. Door het arrest kwalificeren bepaalde posities mogelijk niet langer als lucratief belang. Met de voorgestelde reparatie wordt geregeld dat leningen die bijdragen aan het beloningsoogmerk van art. 3.92b lid 1 Wet IB 2001 eveneens onder de noemer ‘totaal geplaatst aandelenkapitaal’ vallen.

Voor bestaande situaties moet worden beoordeeld of de verstrekte leningen al dan niet kwalificeren als informeel kapitaal en wat de gevolgen daarvan zijn voor de lucratief belangregeling. De praktijk wordt de mogelijkheid geboden om bestaande afspraken in VSO’s te continueren voor zover die in overeenstemming zijn met de beoogde wetswijziging.

Aanpassing EW-regeling bij gezamenlijke aankoop EW door partners met EW-verleden
Met ingang van 1 januari 2022 is een aantal wetswijzigingen binnen de eigenwoningregeling in werking getreden op onder andere het terrein van gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning door fiscale partners met een eigenwoningverleden. Dit om onbedoelde renteaftrekbeperkingen te voorkomen.

Met de voorgestelde wetswijziging wordt geregeld dat ook in situatie dat eerst een nieuwe gezamenlijke eigen woning wordt gekocht en daarna de eigen woning met een aflossingsstand van één van de partners wordt verkocht, de aflossingsstand op gezamenlijk niveau kan worden ingezet tot tenminste het bedrag van het aandeel in de schuld van de partner met de betreffende aflossingsstand. De aanpassing werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Verhoudingsgetal voor meenemen verliezen bij geruisloze terugkeer uit bv
In het Belastingplan 2023 is het verhoudingsgetal voor de forfaitaire correctie van de in de vennootschapsbelastingsfeer geleden verliezen voor verrekening in de inkomstenbelasting niet aangepast bij terugkeer uit de bv.

Door een goedkeuring in het beleidsbesluit van 6 juli 2023, nr. 2023-14295, V-N 2023/40.5 is vooruitlopend op wetgeving reeds goedgekeurd dat het verhoudingsgetal van ‘15/42’ met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 wordt vervangen door ‘19/44’. Hierbij wordt voorgesteld om het verhoudingsgetal in de wettelijke bepaling inzake de geruisloze terugkeer uit de bv te vervangen door een formule. Daarmee sluit het verhoudingsgetal automatisch aan bij eventuele toekomstige tariefswijzigingen in de IB en VPB.

Inkomstenbelasting/ Vennootschapsbelasting
Waarborgen verplichting elektronische aanmelding EIA, MIA, Vamil
Ondernemers in de IB en VPB-plichtige lichamen die de EIA, MIA of Vamil willen toepassen zijn verplicht om de investering langs elektronische weg te melden bij de RVO. Om te waarborgen dat deze verplichting ook na inwerkingtreding van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV) blijft bestaan, wordt de Wet IB 2001 aangepast.

Invordering
Reparaties ongewenste uitkomst invordering conserverende aanslag bij excessief lenen
Een ongewenste uitkomst van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap (V-N 2023/5.6) wordt gerepareerd met betrekking tot de invordering van een conserverende aanslag.

Met de voorgestelde wijzigingen wordt geregeld dat na de emigratie het uitstel van betaling van de conserverende aanslag slechts vervalt voor zover een schuldtoename niet reeds eerder geleid tot intrekking van het uitstel van betaling en invordering van de aanslag niet plaatsvindt voor zover er bovenmatig wordt geleend van een buitenlandse vennootschappen waarin de belastingplichtige na emigratie een aanmerkelijk belang heeft verkregen.

Daarnaast wordt de verwijzing in art. 25c lid 1 IW 1990 consistent gemaakt met de introductie van een progressief tarief in box 2 per 1 januari 2024.

Dividendbelasting
Versterking aanpak dividendstripping
Ter versterking van de aanpak van dividendstripping worden een aantal maatregelen ingevoerd. Hierover heeft reeds een internetconsultatie plaatsgevonden, zie ook V-N 2021/55.12.

In het wetsvoorstel wordt voorgesteld de bewijslastverdeling aan te passen om de bewijspositie van de inspecteur te verbeteren. De voorgestelde wijzigingen leiden ertoe dat degene die een beroep doet op een tegemoetkoming aannemelijk moet maken dat hij of zij daar aanspraak op kan maken en ook aannemelijk moet maken dat hij of zij de uiteindelijk gerechtigde is.

Dit geldt niet voor alle situaties. Om kleine beleggers niet te veel te belasten, wordt een doelmatigheidsmarge ingevoerd. Dit houdt in dat een belastingplichtige of opbrengstgerechtigde pas vanaf een bedrag van meer dan € 1000 aan geheven dividendbelasting per boekjaar of kalenderjaar aannemelijk moet maken dat hij de uiteindelijke gerechtigde is.

In de huidige wetgeving is een ondergrens opgenomen voor wat betreft de nadere invulling van het begrip 'uiteindelijk gerechtigde'. De ondergrens bepaalt wanneer in ieder geval geen sprake is van uiteindelijke gerechtigdheid. Deze ondergrens blijft gelden voor alle gevallen, ook voor de groep beleggers die onder de doelmatigheidsmarge valt.

Verder wordt voorgesteld om een andere invulling te geven aan het begrip ‘samenstel van transacties’. Om opsplitsing van belangen binnen concernverband en verhulling over de landsgrenzen te voorkomen, worden transacties aangegaan door een met de belastingplichtige of opbrengstgerechtigd verbonden lichaam of natuurlijk persoon toegerekend aan belastingplichtige of opbrengstgerechtigde. Hiermee wordt op concernniveau beoordeeld of sprake is van een samenstel van transacties.

Het verzamelbesluit Dividendbelasting, laatst geactualiseerd op 29 november 2022, nr. 2022-25322, V-N 2023/4.9, bepaalt dat wordt aangesloten bij de registratiedatum om vast te stellen wie gerechtigd is tot het dividend en daarmee een recht heeft op verrekening, vermindering of teruggaaf van de dividendbelasting. In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld om dit onderdeel van het verzamelbesluit in de wet te verankeren.
Door het wettelijk vastleggen van de registratiedatum als het moment waarbij wordt aangesloten om te bepalen wie opbrengstgerechtigde is van een effect en, in het verlengde daarvan, recht heeft op een tegemoetkoming in de dividendbelasting, bevordert de rechtszekerheid. De maatregel geldt alleen voor beursgenoteerde aandelen.

De wijzigingen hebben gevolgen voor de IB, VPB en DB. Naast bovengenoemde maatregelen wordt gedacht aan de introductie van een nettorendement/grondslag-benadering voor verrekening of teruggaaf van dividendbelasting. Hier is nader onderzoek voor nodig net als voor de aanpak van dividendstripping bij deelnemingsdividenden. De Tweede Kamer wordt hier in het voorjaar van 2025 nader over geïnformeerd.

Loonbelasting
Herstel maximumbedrag aan vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR)
Bij het Belastingplan 2023 is het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte van de WKR voor 2023 verhoogd naar 3%. Dit percentage wordt met ingang van 1 januari 2024 verlaagd naar 1,92%. Bij deze wijzigingen is het maximumbedrag van de vrije ruimte in de eerste schijf niet aangepast. Dit wordt hierbij alsnog aangepast met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023.

Daarnaast wordt de wettelijke bepaling per 1 januari 2024 zodanig vormgegeven dat bij een toekomstige aanpassing van het percentage van de eerste schijf geen aanpassing van het maximumbedrag meer hoeft plaats te vinden.

Waarborgen verplichting elektronische aanvraag S&O-inhoudingsplichtigen
In de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) zijn S&O-inhoudingsplichtigen en S&O-belastingplichtigen verplicht gesteld om het aanvraagproces voor de S&O-afdrachtvermindering via de elektronische weg te laten verlopen. Om te waarborgen dat deze verplichting ook na inwerkintreding van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (WMEBV) blijft bestaan, wordt de WVA aangepast.

BPM
Codificatie arrest Hoge Raad over gebruik van handelskoerslijsten
Indien een voertuig niet als zodanig op de koerslijst voorkomt, kan met een taxatierapport de afschrijving worden bepaald aan de hand van een vergelijkbaar motorvoertuig in de koerslijst waarvan de eigenschappen en kenmerken het dichtst aansluiten bij het importvoertuig. Hierbij vormen alle (basis)gegevens van het meest vergelijkbare motorvoertuig het uitgangspunt. Zowel de historische nieuwprijs als de handelsinkoopwaarde van dezelfde koerslijst van het referentievoertuig dienen gevolgd te worden voor het bepalen van de juiste afschrijving. Het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 2022, nr. 19/04563, V-N 2022/24.10, hierover wordt hiermee gecodificeerd in de Wet BPM 1992.

Codificatie van een arrest van de Hoge Raad over tariefswijzigingen
In het arrest van 3 juni 2022, nr. 20/03704, V-N 2022/25.10, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de overgangsbepaling van art. 16a Wet BPM 1992 geen discriminerende elementen bevat, mits de regeling zo wordt uitgelegd dat nieuwe motorrijtuigen die voorafgaand aan de tariefswijziging waren ingeschreven in het kentekenregister van een andere lidstaat van de Europese Unie (EU) ook in aanmerking komen voor toepassing van de overgangsbepaling van dit artikel. Met de voorgestelde wetswijziging wordt deze verduidelijking wettelijk verankerd. Dit geldt ook voor inschrijving in het kentekenregister in de landen Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.

BPM/ MRB
Verbetering delegatiegrondslag definiëren van motorrijwielen
In zowel de Wet BPM 1992 als de Wet MRB 1994 wordt een delegatiegrondslag aangepast, zodat beter kan worden aangesloten bij de voertuigclassificatie van motorrijwielen van de Dienst Wegverkeer (RDW).

Toeslagen
Aanpassing begrip gerechtelijke schulden
In de Wet hersteloperatie toeslagen wordt in de bepaling die ziet op het verstrekken van gegevens aan de Belastingdienst/Toeslagen het begrip “gerechtelijke schulden” gewijzigd naar “schulden en bijkomende kosten”, zodat ook daarover gegevens kunnen worden verstrekt door gerechtsdeurwaarders aan Belastingdienst/Toeslagen. Ook wordt de bepaling uitgebreid met de grondslag om gegevens te verstrekken over schulden van ex-partners.

Uitbreiding hardheidsclausule
In de Wet hersteloperatie toeslagen (V-N 2022/49.18) wordt de hardheidsclausule uitgebreid met brede ondersteuning in het buitenland voor de ex-partner met terugwerkende kracht tot en met 15 juli 2023, en de nabestaanden van de gedupeerde aanvrager. De uitbreiding voor nabestaanden treedt in werking als de nabestaandenregeling in werking treedt.

Douane
Herstel reguliere navorderingstermijn Douane
Door de voorgestelde wijziging wordt het doen van een onjuiste of onvolledige douaneaangifte waarbij geen sprake is van opzet, geen strafrechtelijk vervolgbare handeling meer in de zin van het Douanewetboek van de Unie (DWU). Omdat er veelal een samenloop is tussen de onjuiste en onvolledige aangiften en het niet, onjuist of onvolledig verstrekken van inlichtingen, gegevens of aanwijzingen geldt hiervoor hetzelfde.

De voorgestelde wijziging heeft hierdoor invloed op de duur van de navorderingstermijn. Indien er geen sprake is van opzet zal in beide situaties voortaan de reguliere navorderingstermijn van drie jaar worden toegepast in plaats van de verlengde navorderingstermijn van vijf jaar. Daarnaast wordt hierdoor een bestuurlijke boete opgelegd in plaats van een stafrechtelijke sanctie. Invoering van deze wijziging is pas mogelijk per 1 juli 2024.

De aanpassing loopt vooruit op een gehele herijking van het sanctiestelsel zoals dat nu is opgenomen in de Algemene douanewet.

[Nieuwsbron]

-----------------------------

Het belastingpakket 2024 bestaat naast dit wetsvoorstel uit de volgende wetsvoorstellen:

  1. Prinsjesdag 2023: Belastingplan 2024
  2. Prinsjesdag 2023: Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024
  3. Prinsjesdag 2023: Wet aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen
  4. Prinsjesdag 2023: Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling
  5. Prinsjesdag 2023: Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling
  6. Prinsjesdag 2023: Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en BPM
  7. Prinsjesdag 2023: Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting
  8. Prinsjesdag 2023: Wet compensatie wegens selectie aan de poort
  9. Prinsjesdag 2023: Wetsvoorstel Belastingplan BES-eilanden 2024
  10. Prinsjesdag 2023: Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit
  11. Prinsjesdag 2023: Wetsvoorstel Fiscale Klimaatregelen glastuinbouw
  12. Prinsjesdag 2023: wijziging Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning
  13. Prinsjesdag 2023: wijziging van de Anw en de Participatiewet in verband met het in 2024 niet afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon
  14. Prinsjesdag 2023: Wet verlaging eigen bijdrage huurtoeslag

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Prinsjesdag 2023

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 20 september

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

1193

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen