De Staatssecretarissen van Financiën hebben op Prinsjesdag het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2025 (36603) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2025. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2025 in werking treedt. Staatssecretaris Idsinga heeft ook al een nota van wijziging bij OFM 2025 aangekondigd waarin wordt voorgesteld de Wet belastingen op milieugrondslag aan te passen. Het is de bedoeling dat de nota van wijziging vóór 3 oktober 2024 bij de Tweede Kamer wordt ingediend.

In het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2025 zijn de volgende maatregelen opgenomen:

Inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting/dividendbelasting/bronbelasting

  • Vereenvoudigde rechtstreekse zusterfusie: er worden maatregelen voorgesteld om de fiscale begeleiding van bepaalde juridische fusies uit te breiden voor de belastingplichtige aandeelhouders die betrokken zijn bij een fusie. De wijzigingen zien onder meer op de teboekstelling van de aandelen in de verkrijgende vennootschap, respectievelijk de verkrijgingsprijs voor het aanmerkelijk belang, het opgeofferd bedrag in de verkrijgende vennootschap voor de liquidatieverliesregeling in de vennootschapsbelasting en de hoogte van het gestort kapitaal van de verkrijgende vennootschap voor de dividendbelasting. Het voorstel codificeert de goedkeuring uit het Besluit van 14 maart 2024, V-N 2024/15.3 (verzamelbesluit AB).

Loonbelasting

  • Fiscale premiegrens ouderdomspensioen en partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum: met de voorgestelde wijziging wordt wettelijk vastgelegd dat de rendementsverwachting over een looptijd van zestig jaar moet worden berekend. Voorgesteld wordt de voorgestelde wijziging terug te laten werken tot en met 1 oktober 2024;
  • Wijziging ‘Staat der Nederlanden’ in de Wet LB 1964: de in art. 2 lid 3 en 26b Wet LB 1964 opgenomen verwijzing naar ‘in dienstbetrekking bij de Staat der Nederlanden’ wordt vervangen door een verwijzing naar ‘in dienstbetrekking bij een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon’. Door deze wijziging vallen dienstbetrekkingen bij Nederlandse universiteiten en lagere overheden ook onder deze bepalingen.

Vennootschapsbelasting

  • Samenloop onderworpenheidstoetsen in de Wet VPB 1969 en Pijler 2: met de voorgestelde wijzigingen wordt voor de toepassing van de verschillende onderworpenheidstoetsen in de vennootschapsbelasting verduidelijkt dat onder een naar de winst geheven belasting mede wordt verstaan een kwalificerende Pijler 2-bijheffing. Voor enkele onderworpenheidstoetsen worden aanvullende voorwaarden gesteld om onbedoelde effecten te voorkomen;
  • Objectvrijstelling voor buiten beschouwing blijvende vaste inrichtingen: door de voorgestelde aanpassing vindt de objectvrijstelling wel toepassing voor zover de winst van de buiten beschouwing blijvende vaste inrichting is onderworpen aan een naar de winst geheven belasting in de staat waarin die vaste inrichting voor de toepassing van de objectvrijstelling wordt beschouwd als te zijn gelegen. Hiermee wordt beoogd dubbele belastingheffing in deze situaties te voorkomen;
  • Implementatie van de general anti-abuse rule (GAAR) uit ATAD1 in de Wet VPB 1969. Bij deze wijziging wordt benadrukt dat geen materiële wijziging is beoogd ten opzichte van de toepassing van fraus legis;
  • Technische wijziging innovatiebox: in art. 12bd lid 3 Wet VPB 1969 wordt de abusievelijke verwijzing naar art. 12bc lid 2 onderdeel c Wet VPB 1969 vervangen door art. 12bc lid 2 onderdeel d Wet VPB 1969.

Dividendbelasting

  • Aanpassing inhoudingsvrijstelling art. 4 lid 1 Wet DB 1965: de inhoudingsplichtige wordt verplicht om inhouding van dividendbelasting achterwege te laten in nationale deelnemingssituaties en situaties waarin de inhoudingsplichtige en aandeelhouder deel uitmaken van dezelfde fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De keuzemogelijkheid wordt geschrapt.

BPM

  • Forfait voor bestelauto’s waarvan CO2-uitstootgegevens ontbreken: met ingang van 1 januari 2025 vervalt de BPM-vrijstelling voor de bestelauto van een ondernemer als gevolg van het Belastingplan 2023. Voorgesteld wordt om voor bestelauto’s waarvoor geen CO₂-uitstoot is of kan worden vastgesteld, een forfait toe te passen van 330 gram per kilometer. Het aan te leveren tegenbewijs moet een vergelijkbare betrouwbaarheid opleveren als de WLTP-methode;
  • Verbeteren teruggaafregeling voor de bestelauto van een gehandicapte: door introductie van een verrekenmogelijkheid binnen de BPM moet voorfinanciering van BPM bij inschrijving van bestelauto’s voor gehandicaptenvervoer worden voorkomen.

Motorrijtuigenbelasting

  • Verzoekprocedure aanspraak nihiltarief voor autobussen die op aardgas of lpg rijden en hoofdzakelijk worden gebruikt voor het openbaar vervoer. Een verzoek is alleen noodzakelijk voor een autobus die na inwerkingtreding van het Belastingplan 2025 wordt tenaamgesteld.

Douane

  • Wijzigen boetebepalingen Algemene douanewet: de Adw wordt in overeenstemming gebracht met de AWR. Het betreft de bepaling dat de inspecteur die aangifte behandelt en een overtreding constateert ook een boete kan opleggen. Daarnaast gaat het om de bepaling dat er na een verzuimboete ook een vergrijpboete opgelegd kan worden voor hetzelfde feit, als er nieuwe bezwaren bekend zijn geworden.


Accijns

  • Vervallen bepalingen naheffing en teruggaaf veraccijnsde voorraad: art. 84a, 84b en 84c Wet op de accijns komen te vervallen. Hiermee wordt vooraf duidelijkheid geboden voor de Douane en het bedrijfsleven dat de betreffende bepalingen niet worden toegepast bij accijnsverhogingen.

Milieuheffingen

  • Begripsbepaling afvalverbrandingsinstallatie verbranding stedelijk afval: in het kader van CO2-heffing wordt expliciet gemaakt dat als een broeikasgasinstallatie tevens een afvalverbrandingsinstallatie is, de regels voor een afvalverbrandingsinstallatie van toepassing zijn;
  • Verduidelijking in-/uitmethode afvalstoffenbelasting: het voorstel moet de bedoeling van de wet duidelijker in de wet tot uitdrukking te brengen door expliciet te bepalen dat de vermindering niet mag worden toegepast op stoffen die na verbranding de inrichting via de schoorsteen hebben verlaten;
  • Wijziging wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw: de grens voor de twee verschillende energiebelastingregimes voor installaties voor elektriciteitsopwekking worden in overeenstemming gebracht met het totaal opgesteld elektrisch vermogen van niet meer dan of meer dan 20 megawatt;
  • Begripsbepaling EAN-code in de Wet belastingen op milieugrondslag: in de aangekondigde nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2025 wordt voorgesteld de begripsbepaling voor de zogenoemde EAN-code op te nemen in de Wet belastingen op milieugrondslag. Dit is met het oog op de mogelijke toekomstige inwerkingtreding van het wetsvoorstel Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet).

Invordering

  • Wijzigingen in voorwaarden voor internationale waardeoverdracht van pensioen: als gevolg van uitspraken van het Hof van Justitie EU van 16 november 2023, V-N 2024/2.3 en V-N 2024/2.4 komen twee voorwaarden die Nederland stelt aan een internationale waardeoverdracht van pensioen te vervallen. Het Hof ziet deze namelijk als belemmering voor het vrije verkeer van werknemers. Het betreft de voorwaarde dat de buitenlandse pensioenuitvoerder de aansprakelijkheid moet aanvaarden in een overeenkomst met de Nederlandse Belastingdienst of zekerheidsstelling moet worden verleend en het verbod op ruimere afkoopmogelijkheden in het buitenland.

[Nieuwsbron]

--------------------

Het belastingpakket 2025 bestaat naast dit wetsvoorstel uit de volgende wetsvoorstellen:

  1. Prinsjesdag 2024: Belastingplan 2025
  2. Prinsjesdag 2024: Wetsvoorstel Belastingplan BES eilanden 2025
  3. Prinsjesdag 2024: Fiscale Verzamelwet 2025
  4. Prinsjesdag 2024: Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
  5. Prinsjesdag 2024: Wetsvoorstel Wet aanpassing wet minimumbelasting 2024
  6. Prinsjesdag 2024: Wetsvoorstel beëindiging salderingsregeling voor elektriciteit
  7. Prinsjesdag 2024: Wetsvoorstel Wet Huurtoeslag ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling
  8. Prinsjesdag 2024: Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning in 2025
  9. Prinsjesdag 2024: Wetsvoorstel wijziging van de algemene nabestaandenwet en de Participatiewet in verband met het in 2025, 2026 en 2027 afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Prinsjesdag 2024

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 17 september

Rubriek: Belastingrecht algemeen

226

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen