Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur onvoldoende aannemelijk maakt dat gewichtige redenen bestaan tot het geheimhouden van persoonsgegevens van ambtenaren en een bedrag dat mogelijk van invloed is op de buitenlandse controlestrategie.

X handelt als eenmanszaak in telefoons en computercomponenten. De inspecteur legt BTW-naheffingsaanslagen op over meerdere tijdvakken binnen 2010 tot en met 2015 op grond van een onderzoek naar BTW-carrouselfraude. De inspecteur levert bij het hof geanonimiseerde stukken aan. Het hof merkt dit aan als een verzoek tot toepassing van de geheimhoudingsprocedure, waarbij X geen kennis mag nemen van bepaalde passages waarin onder andere persoonsgegevens en buitenlandse controlestrategieën zijn opgenomen. In geschil is of de inspecteur een deel van deze passages alsnog moet prijsgeven.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat geen gewichtige redenen bestaan voor verzoek tot beperkt kennisnemen van de door de inspecteur geanonimiseerde informatie. Het recht op privacy weegt minder zwaar dan de openbaarheid welke ambtenaren betrokken zijn geweest bij het opstellen van de stukken. Ook maakt de inspecteur onvoldoende duidelijk wat de invloed van bepaalde afgedekte delen zou zijn op de controlestrategie in het buitenland. Het verzoek tot beperkte kennisneming is uitsluitend gegrond voor het deel waarover partijen al overeenstemming hadden bereikt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingrecht algemeen

Editie: 17 november

Informatiesoort: VN Vandaag

559

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen