Hof Den Haag oordeelt dat X na de intrekking van het hoger beroep door de inspecteur recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 974 (2 proceshandelingen x 1 x € 487). 

Belanghebbende, X, stelt beroep in tegen de weigering van de inspecteur om hem een kostenvergoeding ex. art. 7:15 Awb toe te kennen. Rechtbank Den Haag stelt X in het gelijk en kent een kostenvergoeding toe van € 1416. Tegen deze beslissing stelt de inspecteur hoger beroep in. Op de zitting verklaart de inspecteur echter geheel tegemoet te komen aan de standpunten van X. Nadat de inspecteur het hoger beroep heeft ingetrokken, verzoekt X het hof om proceskostenvergoeding voor de fase van hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat X na de intrekking van het hoger beroep door de inspecteur recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 974 (2 proceshandelingen x 1 x € 487). Aangezien ten behoeve van X  toevoeging is verleend krachtens de wet op de rechtsbijstand, dient de inspecteur de kostenvergoeding te betalen aan de rechtsbijstandsverlener. 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15 en 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 17 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen