Rechtbank Zeeland-West-Brabant kent X een proceskostenvergoeding toe ondanks het pas in beroep overleggen van bewijs dat leidt tot verlaging van de WOZ-waarde.

X komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-waarde. In beroep stemt de heffingsambtenaar in met verlaging van de WOZ-waarde. Wat partijen verdeeld houdt is de vraag of X recht heeft op een proceskostenvergoeding voor de in beroep gemaakte kosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant kent X een proceskostenvergoeding toe ondanks het pas in beroep overleggen van bewijs dat leidt tot verlaging van de WOZ-waarde. In bezwaar heeft X gesteld dat de waarde omlaag moet vanwege rolstoelaanpassingen en verouderde voorzieningen. Hij heeft deze stelling pas in beroep met bewijsmateriaal onderbouwd. De heffingsambtenaar stelt dat hij in bezwaar al tweemaal om foto’s heeft gevraagd en dat de beroepsprocedure voorkomen had kunnen worden als X deze foto’s toen had overgelegd. De rechtbank stelt voorop dat bij een gegrond beroep een proceskostenvergoeding volgt, tenzij de noodzaak voor het instellen van het beroep uitsluitend aan belanghebbende is te wijten. Van zo’n situatie is hier geen sprake. Het staat X vrij om in iedere fase van het geding nieuwe bewijsmiddelen aan te leveren zoals het de heffingsambtenaar ook vrij staat om in iedere fase de waarde anders te onderbouwen. De brieven waarin de heffingsambtenaar tweemaal aan de gemachtigde in algemene zin aan de gemachtigde heeft verzocht een inventarisatieformulier te retourneren, maken de beslissing van de rechtbank niet anders. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, verlaagt de waarde en kent X een PKV toe.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 17 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen