Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2022/2188) oordeelt in hoger beroep dat X bv door de extra leeftijdskorting € 81 minder BPM is verschuldigd, maar dat de inspecteur zich terecht beroept op interne compensatie. Door de late overlegging van de gedingstukken wordt de inspecteur wel tot de proceskosten van X bv veroordeeld. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
X bv doet BPM-aangifte voor een AudiA6 Avant 3.0 TDI quattro met schade en voldoet € 3906. Na bezwaar stelt de inspecteur dat dit bedrag niet te hoog is. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X bv gaat in hoger beroep, waarna de inspecteur na de eerste zitting alsnog de kentekengegevens en datum tenaamstelling overlegt. Niet in geschil is dat X bv hierdoor in principe recht heeft op een extra leeftijdskorting van € 81. De inspecteur beroept zich echter op interne compensatie, omdat 100% van de schade in plaats van 72% is afgetrokken.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2022/2188) oordeelt dat X bv door de extra leeftijdskorting € 81 minder BPM is verschuldigd, maar dat de inspecteur zich terecht beroept op interne compensatie. X bv maakt niet aannemelijk dat de waardevermindering door de schade meer is 72% van de herstelkosten. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X bv een immateriële schadevergoeding van € 1000. Zij krijgt vanwege de late overlegging van de gedingstukken door de inspecteur wel een proceskostenvergoeding van € 2277, waarbij ter voorkoming van discriminatie het normale forfait van € 759 per procespunt wordt toegepast (zie HR 27 mei 2022, 21/02977, V-N 2022/24.13). Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 9 februari