Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de late overlegging van de gedingstukken door de inspecteur aanleiding is om hem te veroordelen tot een proceskostenvergoeding. Het maakt niet uit dat de inspecteur zich op interne compensatie had kunnen beroepen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X doet BPM-aangifte voor een BMW 116d met schade en voldoet € 559. In bezwaar stelt X vergeefs dat dit te hoog is. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep. De inspecteur overlegt alsnog de kentekengegevens en datum van de tenaamstelling, doch stelt dat er geen tussentijds gunstiger tarief is en dat geen extra leeftijdskorting kan worden toegepast.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2022/2172) oordeelt dat de late overlegging van de gedingstukken door de inspecteur aanleiding is om hem te veroordelen tot een proceskostenvergoeding. Het maakt niet uit dat de inspecteur zich op interne compensatie had kunnen beroepen, omdat X teveel schade had afgetrokken. X krijgt een proceskostenvergoeding van € 2277, waarbij ter voorkoming van discriminatie het normale forfait van € 759 per procespunt wordt toegepast (zie HR 27 mei 2022, 21/02977, V-N 2022/24.13). Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X voorts een immateriële schadevergoeding van € 1500. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 15 september

Informatiesoort: VN Vandaag

231

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen