Belanghebbende, X, is een melkveehouder met landbouwgronden. Anticiperend op de geluiden dat de landbouwvrijstelling op de derde dinsdag van september zou worden afgeschaft, sluit X zich op 14 september 2010 aan bij een initiatief van de organisatie van zijn gemachtigde om het stelsel van waardering van de gronden te wijzigen naar de actuele waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB). In zijn aangifte IB 2010 herwaardeert X de landbouwgronden op de WEVAB en past X de landbouwvrijstelling toe op de hieruit voortvloeiende winst van ruim € 1,4 mln. De inspecteur staat de stelselwijziging niet toe. Hij is van mening dat het nieuwe stelsel in strijd is met goed koopmansgebruik en een tussentijdse wijziging van het stelsel niet geoorloofd is. De inspecteur wijst er daarbij onder meer op dat het stelsel niet praktisch uitvoerbaar is, omdat het ondoenlijk is om alle landbouwgronden in Nederland (circa 1.900.000 ha) jaarlijks te laten taxeren.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt in deze proefprocedure dat goed koopmansgebruik van toepassing is op de waardering van vermogensbestanddelen waarop de landbouwvrijstelling van toepassing is. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat het door de melkveehouder gehanteerde stelsel zozeer in strijd is met het realiteits-, realisatie- en eenvoudbeginsel dat dit niet in overeenstemming is met goed koopmansgebruik. De rechtbank stelt hiertoe achtereenvolgens vast dat de landbouwgronden binnen het landbouwbedrijf van X zijn en blijven aangewend, en dat niet aannemelijk is geworden dat de gronden voor de verkoop zijn bestemd of dat winst op de balansdatum eenvoudig te realiseren is geweest. Het hanteren van het door X voorgestane stelsel van waardering kan meebrengen dat winst wordt verantwoord lang voordat deze is gerealiseerd. Van strijd met het eenvoudbeginsel is sprake omdat voor de waardering op de WEVAB een jaarlijkse taxatie van de afzonderlijke landbouwgronden noodzakelijk is, zonder dat aannemelijk is geworden dat dit op een praktische wijze kan worden uitgevoerd. De rechtbank oordeelt dat de aanslag tot het juiste bedrag is opgelegd.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet inkomstenbelasting 2001 3.12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 16 september