Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat tussen X en Y GmbH sprake is van een gezagsverhouding. De inspecteur heeft de inkomsten van X dan ook terecht aangemerkt als loon uit dienstbetrekking.

Belanghebbende, X, is een professioneel mountainbiker en fietst in 2015 voor team Y GmbH. X sluit een wielercontract en een sponsorcontract met Y GmbH. In zijn IB-aangifte verantwoordt X zijn inkomsten als winst uit onderneming. De inspecteur corrigeert de aangifte. Volgens hem is sprake van loon uit dienstbetrekking. X is het daar niet mee eens. Hij stelt dat formeel, gezien de overeenkomsten, weliswaar sprake is van een gezagsverhouding, maar dat dat feitelijk niet het geval is.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat tussen X en Y GmbH sprake is van een gezagsverhouding. De inspecteur heeft de inkomsten van X dan ook terecht aangemerkt als loon uit dienstbetrekking. X maakt niet aannemelijk dat ondanks de overeenkomsten waarin tot in detail is geregeld waar X zich aan moet houden en die ook volgens hem een gezagsverhouding inhouden, feitelijk geen sprake is van een gezagsverhouding. Dat de mountainbikesport geen teamsport is, en dat Y GmbH zich niet bemoeit met de voeding en het trainingsschema van X, is onvoldoende om te concluderen dat een gezagsverhouding ontbreekt. Y GmbH bepaalt namelijk nog steeds aan welke wedstrijden X moet deelnemen, welke kleding hij daarbij en tijdens zijn trainingen moet dragen, welke fiets hij moet gebruiken en wanneer hij voor promotieactiviteiten moet aantreden. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 10

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Editie: 19 september

Informatiesoort: VN Vandaag

813

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen