Hof Amsterdam oordeelt dat er geen sprake is van een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst. Er is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding tussen X en haar leden, en ook hebben de leden zich jegens X niet verbonden om arbeid te verrichten.

Uitsluitend prostituees kunnen lid worden van vereniging X. X sluit arbeidsovereenkomsten met haar leden. Zij verzoekt de inspecteur om te beschikken dat haar leden verzekerd zijn op grond van de werknemersverzekeringen. De inspecteur wijst dit verzoek af. Rechtbank 's-Gravenhage echter acht X geslaagd in de op haar rustende bewijslast om aannemelijk te maken dat haar leden bij haar in dienstbetrekking zijn. Hof Den Haag oordeelt dat er geen sprake is van dienstbetrekkingen. Volgens het hof is namelijk onduidelijk welk loon X en de prostituees zijn overeengekomen. Verder is volgens het hof ook onduidelijk hoeveel arbeid wordt verricht en welke werkzaamheden worden uitgevoerd. Daarnaast is er volgens het hof sprake van een dermate grote vrijblijvendheid dat er geen sprake is van ondergeschiktheid of een gezagsrelatie. De Hoge Raad oordeelt dat de vrijblijvendheid, die de prostituees hebben bij het verrichten van hun werkzaamheden, niet in de weg hoeft te staan aan de aanwezigheid van een gezagsverhouding. Het gelijk is dan ook aan X. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Amsterdam. Hof Amsterdam moet onderzoeken of tussen X en haar leden arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht zijn gesloten.

Hof Amsterdam oordeelt dat er geen sprake is van een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst. Volgens het hof is er namelijk geen sprake van een gezagsverhouding tussen X en haar leden. Ook is het hof van mening dat niet kan worden gezegd dat de leden zich jegens X hebben verbonden arbeid te verrichten. Ten aanzien van de loonbetaling merkt het hof op dat er sprake is van een ‘kasrondje', en dat de door X onder de naam ‘netto-loon' betaalde bedragen niet voortvloeien uit de verplichting om loon te betalen aan de leden, voor de door hen verrichte arbeid. Volgens het hof bestaat het in de onderneming van X geëxploiteerde bedrijf slechts uit het faciliteren van de leden bij hun beroepsuitoefening. Hierbij schept X in haar onderneming de randvoorwaarden waarbinnen de leden naar eigen inzicht hun beroep kunnen uitoefenen, en vraagt ze daarvoor van de leden een maandelijkse vergoeding van € 70. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 2

Wet financiering sociale verzekeringen 59

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Premieheffing

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 26 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen