De civiele kamer van Rechtbank Amsterdam oordeelt dat PwC een onjuist advies heeft gegeven. Volgens de rechtbank had PwC als uitgangspunt moeten nemen dat Y bv een onroerendezaaklichaam is. Bij de koop van de aandelen Y bv is dan overdrachtsbelasting verschuldigd.
Belanghebbende, X bv, benadert Pricewaterhousecoopers Belastingadviseurs nv voor een advies over de aankoop van de aandelen in Y bv. Y bv verhuurt onder andere twee pompstations aan Texaco. Een van de aspecten die aan de orde komt is de verschuldigdheid van overdrachtsbelasting. In de definitieve versie van haar memorandum concludeert PwC dat Y bv geen onroerendezaaklichaam is, en dat X bv geen overdrachtsbelasting is verschuldigd voor de koop van de aandelen Y bv. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur echter een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op aan X bv. Volgens de inspecteur is Y bv namelijk een onroerendezaaklichaam. X bv stelt PwC vervolgens aansprakelijk voor de door haar geleden schade.
De civiele kamer van Rechtbank Amsterdam oordeelt dat PwC een onjuist advies heeft gegeven. Volgens de rechtbank geldt bij het vaststellen of er sprake is van een onroerendezaaklichaam bij pompstations namelijk als uitgangspunt dat de waarde van het exploitatierecht wordt toegerekend aan de locatie en daarmee onderdeel is van de waarde van de onroerende zaak. Dit hangt samen met het feit dat het mogen exploiteren van een pompstation zozeer verbonden is met een specifieke locatie dat het apart waarderen van een exploitatierecht niet voor de hand ligt. Vervolgens merkt de rechtbank nog wel op dat het apart waarderen van een exploitatierecht bij een pompstation in een specifieke situatie denkbaar is, maar dan als uitzondering op het uitgangspunt waarbij sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden. Vervolgens verwijst de rechtbank de zaak naar de rol om de te betalen schadevergoeding vast te stellen.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer, Civiel recht algemeen
Instantie: Rechtbank Amsterdam
Editie: 2 januari