Om het schema voor inwerkingtreding per 2027 te kunnen halen, moet in mei 2024 worden besloten of het wetsvoorstel box 3 in de huidige vorm klaar is voor de volgende stappen. Anders is inwerkingtreding per 2027 niet meer mogelijk. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de gedane toezeggingen tijdens het Commissiedebat van 18 april 2024.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat, alhoewel sprake is van de levering van bouwterreinen ten aanzien van drie percelen, de naheffingsaanslag uiteindelijk slechts in stand blijft voor één perceel. Ten aanzien van de andere twee percelen honoreert het hof namelijk het beroep van X bv op het Vastgoedbesluit.

Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar een dwangsom van € 1.442 heeft verbeurd wegens het niet-tijdig doen van uitspraak op bezwaar in een zaak over parkeerbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag niet berust op een redelijke schatting. De onderbouwing dat de schatting is gebaseerd op het inkomen dat iemand in zijn algemeenheid per jaar nodig heeft om van te kunnen leven, is niet voldoende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag accijns terecht is opgelegd nu X rode diesel voorhanden heeft gehad en geen sprake is van een uitzonderingssituatie. 

De informateurs Dijkgraaf en Van Zwol hebben met de fractievoorzitters van PVV, VVD, NSC en BBB de besprekingen over het hoofdlijnenakkoord afgerond. Met het hoofdlijnenakkoord zijn afspraken gemaakt over de financiën van de rijksbegroting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X terecht aanslagen forensenbelasting heeft ontvangen voor het hebben van een toercaravan op een seizoenplaats.

Advocaat-generaal Szpunar concludeert dat Kroatië in strijd met het EU-recht handelt door de verhoging van de basisaftrek aan E. P. te onthouden omdat haar zoon mobiliteitssteun ontvangt in het kader van het Erasmus+-programma.

Advocaat-generaal Campos Sánchez-Bordona concludeert dat Duitsland in strijd met het EU-recht handelt bij de reglementering van het beroep van advocaat. Dit geldt met name bij de uitoefening van dat beroep in het kader van kapitaalvennootschappen.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat LIKTA kan worden beschouwd als een BTW-belastingplichtige. Dat zij een vereniging zonder winstoogmerk is, is niet van belang. Van belang is of haar activiteit vergelijkbaar is met de typische gedraging van een marktdeelnemer uit dezelfde sector.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Credidam een dienst in de zin van de BTW-richtlijn verricht. Daarbij is van belang dat zij de geïnde compensaties verdeelt en aan de auteurs betaalt. Daarnaast is ook van belang dat zij op deze compensaties een beheersvergoeding inhoudt.

De Hoge Raad oordeelt dat het OLAF voor het rechtmatig uitoefenen van zijn bevoegdheden niet afhankelijk is van het bestaan van een door de EU met Taiwan als derde land gesloten overeenkomst voor samenwerking en wederzijdse bijstand.

De Europese Unie zet de hoge importheffingen voor Chinese elektrische auto's door. Ze gaan vrijdag in, laat de Europese Commissie weten. De heffingen moeten een eind maken aan de oneerlijke concurrentie die China zou bedrijven door eigen fabrikanten te subsidiëren.

Estland blokkeert de invoering van het richtlijnvoorstel ‘Btw in het digitale tijdperk’ (VAT in the Digital Age; ViDA). Dat blijkt uit de laatste Ecofin-vergadering van Europese ministers van financiën in Luxemburg. Deze belastinghervorming legt nieuwe verplichtingen op aan digitale platforms, waaronder short stay-structuren en taxidiensten zoals het Estse Bolt Technology en Airbnb.

De Minister van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag en nota van wijziging bij het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen (V-N 2022/54.27) naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Portugal in strijd handelt met het EU-recht door een zegelrecht te heffen van Faurécia. Bij kortetermijnkasverrichtingen waarbij uitsluitend Portugese ondernemingen zijn betrokken geldt namelijk een vrijstelling, terwijl dit niet het geval is bij een buitenlandse onderneming.

Op 18 juni 2024 heeft Mees Vergouwen de Dissertatieprijs 2022-2023 ontvangen van de Vereniging voor Belastingwetenschap. Zijn proefschrift over de interactie tussen de Europese moederrichtlijnen en de door de EU-lidstaten gesloten belastingverdragen werd als beste bevonden door de jury in een sterk competitieveld van 8 fiscale proefschriften.