Vereenvoudiging van de energiebelasting is noodzakelijk om de belasting toekomstbestendig te maken. Dat is te lezen in het rapport ‘Naar een toekomstbestendige energiebelasting’ dat staatssecretaris Van Rij van Financiën naar de Tweede Kamer stuurt.

De energiebelasting begon in 1996 als eenvoudig instrument met een uniform tarief voor kleingebruikers. Inmiddels zijn er vijf schijven, zestien teruggaveregelingen en zes bijzondere tarieven. In bijna dertig jaar is de belasting veranderd in een complex systeem voor energieproducenten, -leveranciers, verbruikers, de Belastingdienst en beleidsmakers.

Het rapport staat onder andere stil bij de technologische en andere ontwikkelingen op de energiemarkten die relevant zijn voor de energiebelasting. Ook wordt aandacht besteed aan uiteenlopende beleidswensen en mogelijke knelpunten. Drie basisvarianten voor een nieuwe energiebelasting worden uitgewerkt, waarbij het belastbare feit op verschillende plekken in de keten wordt gelegd, van energieproductie tot eindverbruik.

Het rapport sluit af met een aantal uitgangspunten voor de vormgeving van een toekomstbestendige energiebelasting. Sturing op te veel beleidswensen ineens is onwenselijk en vereenvoudiging van de energiebelasting is noodzakelijk. Frequente wijzigingen worden afgeraden. De belasting moet zo techniekneutraal mogelijk geformuleerd worden met het oog op toekomstige ontwikkelingen die nu nog niet kunnen worden voorzien.

Wetsartikelen:

Wet milieubeheer 59

Wet milieubeheer 47

Wet milieubeheer 1

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Milieuheffingen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 11 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

150

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen