De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Van der Lee over de totstandkoming van een fiscaal gunstige tegemoetkoming aan chemieconcern ICL.

Binnen dat kader deelde hij onder meer mee dat een onafhankelijke onderzoekscommissie jaarlijks zal gaan toetsen of de afgegeven APA's en ATR's binnen de kaders van de wet, beleid en jurisprudentie blijven. Om een zo objectief mogelijk onderzoek te waarborgen, is een steekproefsgewijze beoordeling voorgesteld waarbij voor de onderzoekssystematiek ook de Auditdienst Rijk (ADR) betrokken wordt. De onafhankelijke onderzoekscommissie zal worden gevraagd om een onderzoeksplan te maken dat wordt afgestemd met de ADR. De ADR zal vooraf de onderzoekssystematiek van de commissie beoordelen en achteraf de uitvoering onderzoeken. Om de onafhankelijkheid te waarborgen zal de onderzoekscommissie nut en noodzaak van mogelijke prioritering voor specifieke (categorieën) APA's of ATR's zelfstandig beoordelen. Binnen deze opzet past het niet om op voorhand de onderzoekscommissie te vragen om vooraf geselecteerde APA's of ATR's te beoordelen.

Verder stelt hij dat in een ruling wordt opgenomen wat het fiscale gevolg is van de voorgenomen rechtshandelingen en dat er hierbij nooit onderhandeld wordt over de hoogte van het belastingpercentage. Belastingpercentages volgen immers uit de wet. Ook over de belastinggrondslag wordt niet onderhandeld. De wet schrijft immers ook voor hoe de grondslag waarover de belastingheffing plaatsvindt, moet worden berekend.

Met betrekking tot het omgaan met verrekenprijzen bij rulings deelt hij mee dat de verrekenprijs niet altijd volstrekt eenduidig kan worden bepaald. Het is namelijk geen exacte wetenschap. De verrekenprijzen die binnen een concern worden gehanteerd, worden vergeleken met verrekenprijzen die worden gehanteerd tussen onafhankelijke derden. Dit zal veelal leiden tot een bandbreedte van waarden waarbinnen de te hanteren verrekenprijs zich kan bevinden. Iedere waarneming binnen deze bandbreedte is at arm's length. Bij het geven van zekerheid vooraf wordt in principe uitgegaan van de middelste waarneming tenzij er sprake is van een specifiek punt binnen de bandbreedte dat beter aansluit bij de feiten en omstandigheden van de desbetreffende concerntransactie. Belastingplichtigen vinden zekerheid vooraf op het gebied van verrekenprijzen van extra belang.

[Nieuwsbron][Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 1 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen