Rechtbank Rotterdam oordeelt dat een verkoopcijfer vóór het moment dat de gemeente een opstal als monument heeft aangemerkt niet bruikbaar is voor de bepaling van de WOZ-waarde.

Belanghebbende heeft een perceel van 230.100 m2 en exploiteert hierop een sportviscentrum met restaurant en bedrijfswoning. Hij heeft dit alles gekocht op 29 januari 2015 voor € 566.041. Op 12 april 2016 heeft de gemeente de opstallen als beschermd gemeentelijk monument aangewezen. Verweerder heeft op peildatum 1 januari 2017 een WOZ-waarde vastgesteld van € 434.000. Belanghebbende betwist deze waarde en stelt dat de WOZ-waarde € 15.000 moet zijn vanwege de status van monument en dat dit zijn exploitatievoornemens belemmert.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat een verkoopcijfer vóór het moment dat de gemeente een opstal als monument heeft aangemerkt niet bruikbaar is voor de bepaling van de WOZ-waarde. Bij de onderbouwing van de waarde op 1 januari 2017 kan deze dus niet als basis dienen. Verweerder slaagt er niet in zijn berekening van de waarde via de huurwaardekapitalisatiemethode succesvol te onderbouwen. De rechtbank volgt de waardebepaling van € 15.000 van de belanghebbende ook niet. Naar oordeel van de rechtbank vertegenwoordigt alleen de grond en de waterpartij al een hogere waarde, daargelaten de waarde die het monumentale pand met zich meebrengt. Dat de monumentstatus belanghebbende belemmert met zijn exploitatievoornemens is niet relevant. De rechtbank stelt de waarde van het geheel schattenderwijs vast op € 300.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 13 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen