Verwijzingshof Arnhem-Leeuwarden beslist dat X bv recht heeft op aftrek van voorbelasting omdat niet sprake is van btw-fraude. Ook kan X bv de toepassing van het nultarief op de intracommunautaire leveringen niet worden geweigerd.

Belanghebbende, X bv, handelt in mobiele telefoons. In haar aangifte omzetbelasting over het tijdvak juli 2003 heeft X bv verzocht om teruggave van omzetbelasting. De inspecteur komt niet aan dit verzoek tegemoet. X bv komt in beroep. Rechtbank Breda verklaart het beroep gegrond. Wat betreft de overige leveringen overweegt de rechtbank dat de door X bv zelf opgestelde facturen niet kunnen dienen als bewijs voor intracommunautaire leveringen. Zowel X bv en de inspecteur komen in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch is het met de rechtbank eens en overweegt dat de inspecteur de toepassing van het nultarief terecht heeft geweigerd. X bv komt in cassatie. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden. Dit hof moet beoordelen of X bv bij het uitoefenen van het recht op aftrek wist of had moeten weten dat zij deelnam aan btw-fraude in het kader van een keten van leveringen. Indien het antwoord op deze vraag bevestigend is, dient aan X bv het recht op aftrek van de aan haar in rekening gebrachte voorbelasting te worden ontzegd.

Volgens Verwijzingshof Arnhem-Leeuwarden is de inspecteur er niet in geslaagd te bewijzen dat X bv in de persoon van haar directeur wist of had moeten weten dat zij was betrokken bij frauduleuze transacties. Niet is gebleken dat X bv op enige wijze heeft geprofiteerd van mogelijke btw-fraude. Er zijn geen aanwijzingen dat tussen X bv en mogelijke fraudeurs is samengespannen om op onrechtmatige wijze belastinggeld te stelen of te ontduiken. Dat er slordigheden zaten in de adresgegevens op de facturen en de overige bescheiden betekent nog niet dat X bv had moeten weten dat zij mogelijk betrokken zou raken bij fraude. De inspecteur heeft de aftrek voorbelasting ten onrechte geweigerd. Ook de toepassing van het nultarief op de intracommunautaire leveringen kan niet worden geweigerd. De inspecteur heeft niet aan kunnen geven dat de afnemers niet hebben gehandeld als belastingplichtigen voor de heffing van omzetbelasting in het Verenigd Koninkrijk resp. Italië. Het hoger beroep van X bv is gegrond en het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 35

Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 12

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen