Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat X recht heeft op de kleinschaligheidsaftrek omdat de gastenkamers in de B&B naar aard en inrichting geen woningen zijn, maar bedrijfsmiddelen.
Belanghebbende, X, exploiteert samen met haar echtgenoot een B&B. De B&B is een apart bedrijfsmiddel, gevestigd in hetzelfde pand als waarin het echtpaar woont. In haar aangifte IB/PVV 2017 claimt X de kleinschaligheidsaftrek wegens investeringen in de B&B. In een navorderingsaanslag corrigeert de inspecteur deze aftrek. In geschil is of de gastenkamers in het B&B-deel als woongedeelte zijn aan te merken.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat X recht heeft op de kleinschaligheidsaftrek omdat de gastenkamers naar aard en inrichting geen woningen zijn. De kamers zijn namelijk van beperkte grootte en bieden minimale faciliteiten. Zo is er geen eigen woonkamer of keuken en is de kitchenette niet uitgerust om maaltijden te bereiden. Dat het hoofdkarakter van de onroerende zaak dat van woonhuis is, doet er niet toe. De objectafbakening voor de Wet WOZ is niet bepalend voor de kwalificatie voor de Wet IB 2001. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.41
Wet inkomstenbelasting 2001 3.45
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 23 juli
Informatiesoort: VN Vandaag