X bv is opgericht per 18 maart 2019. Daarvoor werden de werkzaamheden in de onderneming verricht vanuit een vof. Die vof had vier werknemers in dienst waarvoor recht bestond op een tegemoetkoming loonkostenvoordeel (LKV), voor onder meer het LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden en het LKV arbeidsgehandicapte werknemer. X heeft in haar aangiften loonheffingen vanaf maart 2019 verzocht om tegemoetkoming LKV voor deze werknemers. De inspecteur betoogt dat deze tegemoetkoming niet kan worden verleend, omdat een doelgroepverklaring voor die werknemers op naam van X ontbreekt en de werknemers niet bij X, maar bij de vof in dienst zijn getreden.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat sprake is van overgang van onderneming van de vof naar X, waardoor de dienstbetrekkingen zijn blijven bestaan en dus de voorwaarden voor het LKV moeten worden beoordeeld op het moment van indiensttreding bij de vof. Daaraan doet niet af dat het recht op LKV niet uit de arbeidsovereenkomst, maar uit een beschikking voortvloeit. Evenmin doet daaraan af dat de inhoudingsplichtige voor de loonbelasting – waar de Wet tegemoetkoming loondomein voor het begrip ‘werkgever’ bij aansluit – bij de overgang van onderneming is gewijzigd. De doelgroepverklaring is ook niet beperkt in die zin dat deze bij overgang van onderneming alleen gelding zou hebben voor de oorspronkelijke werkgever. Niet in geschil is dat de werknemers doelgroepverklaringen hebben aangevraagd bij indiensttreding bij de vof en die verklaringen aan de vof hebben verstrekt. X heeft daarom recht op LKV. Het hoger beroep van X is gegrond.
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Editie: 28 november
Informatiesoort: VN Vandaag