X is voor 50% aandeelhouder van een autobedrijf maar verdient – met medeaandeelhouder en tweede man Y - vele malen meer geld met grootschalige verkoop van hennep vanuit het bedrijfspand. Rechtbank Zeeland- West-Brabant acht de dubbele belasting tot behoud van rechten bij X en Y toelaatbaar.

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de te lage IB-aanslag is veroorzaakt door een ‘overnamefout’, zodat de inspecteur bevoegd is om tot navordering over te gaan. De te weinig geheven belasting is namelijk 30% of meer van de wettelijk verschuldigde belasting en mevrouw X kon in redelijkheid niet menen dat de te lage aanslag op goede gronden was vastgesteld.

Hof Amsterdam oordeelt dat de handelwijze van de gemachtigde van X, die in bezwaar stelselmatig niet reageert op verzoeken van de heffingsambtenaar om bewijsstukken, niet kwalificeert als misbruik van recht.

Hof Amsterdam verklaart zowel het principale hoger beroep van X als het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar gegrond voor zover het de ISV betreft.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar met het gebruik van Taxatiewijzers de WOZ-waarde van de onroerende zaak van X niet te hoog heeft vastgesteld. De heffingsambtenaar heeft het object terecht afgebakend als niet-woning. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de waardering van het clubhuis met de waterskibaan terecht een coronakorting van 10% heeft gehanteerd. Wel heeft X alsnog recht op een immateriële schadevergoeding.