Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een onroerende zaak in de gemeente Gemert-Bakel waarin een scharrelkippenbedrijf is gehuisvest. In geschil is de WOZ-waarde 2013 van deze onroerende zaak.

Rechtbank Oost-Brabant acht het aannemelijk dat de door de gemeente in beroep verdedigde (lagere) WOZ-waarde van € 998.000 niet te hoog is voor de kippenboerderij van X bv. De gemeente heeft de waarde bepaald aan de hand van twee landelijke taxatiewijzers. X bv bepleit op basis van de Kwin-norm Livestock Research Wageningen een lagere (vervangings)waarde) voor de stal. De rechtbank verwerpt het verzoek, omdat X bv in feite een waardebepaling via de gecorrigeerde vervangingswaarde bepleit, terwijl de gemeente de waarde heeft bepaald aan de hand van de vergelijkingsmethode. Gelet op art. 17 lid 2 Wet WOZ en art. 4 lid 1 aanhef en onder b van de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling, berust de waardebepaling van de gemeente niet op een onjuist uitgangspunt, aldus de rechtbank. Voor een bepaling aan de hand van de gecorrigeerde vervangingsmethode, die overigens alleen wordt toegepast indien deze tot een hogere waarde zou leiden, is geen plaats. Het beroep van X bv is wel gegrond omdat de gemeente in beroep een lagere waarde stelt dan de waarde in de bestreden uitspraak op bezwaar.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17