Belanghebbende geeft in de aangifte IB/PVV 2016 geen inkomen uit sparen en beleggen aan. De inspecteur corrigeert dat in de aanslag IB/PVV 2016. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur het bezwaar van belanghebbende ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De inspecteur neemt in hoger beroep het nadere standpunt in dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Verder is in geschil of de aanslag tot het juiste bedrag is vastgesteld.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de inspecteur het bezwaar onterecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat de rechtbank daartoe terecht heeft overwogen dat niet kan worden gezegd dat het bezwaar belanghebbende niet in een betere positie kan brengen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank, inhoudende dat de uitspraak op bezwaar wordt vernietigd en de zaak wordt teruggewezen naar de inspecteur.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 15 april