Hof Amsterdam behandelt, net als de rechtbank, het beroep inhoudelijk, ook al is er geen sprake van betalingsonmacht voor het griffierecht. Het hof stelt vast dat het hoger beroep geen nieuw of ander licht op de zaak werpt en sluit zich aan bij de uitspraak van de rechtbank.

X dient de aangifte inkomstenbelasting over 2017 en 2018 in. De inspecteur volgt de aangiften bij de aanslagregeling. X komt daartegen tevergeefs in bezwaar en gaat in beroep bij de rechtbank. De rechtbank behandelt  de zaak niet ter zitting omdat het griffierecht niet is betaald. Het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is wordt na een verzetsprocedure bij de rechtbank teruggedraaid en volgt toch een behandeling ter zitting. De rechtbank behandelt de zaak daarbij inhoudelijk, ondanks de afwezigheid van betalingsonmacht voor het griffierecht. De uitkomst is dat het beroep bij de rechtbank ten dele gegrond is. X gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam behandelt, net als de rechtbank, het beroep inhoudelijk, ook al is er geen sprake van betalingsonmacht voor het griffierecht. Het hof stelt vast dat het hoger beroep geen nieuw of ander licht op de zaak werpt en sluit zich aan bij de uitspraak van de rechtbank. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:54

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 6 december

Informatiesoort: VN Vandaag

331

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen