De civiele kamer van Rechtbank Gelderland oordeelt dat met de executoriale veiling van de woning door de ontvanger de belangen van X op een onevenredige wijze worden geschaad.

Belanghebbende, X, exploiteert een onderneming. X heeft aanzienlijke belastingschulden. De ontvanger besluit de woning van X executoriaal te laten verkopen. X verzoekt de civiele kamer van Rechtbank Gelderland om de executieverkoop uit te stellen.

De civiele kamer van Rechtbank Gelderland oordeelt dat met de executoriale veiling van de woning door de ontvanger de belangen van X op een onevenredige wijze worden geschaad. Er bestaat een aanzienlijke kans dat een veiling zeer ernstige gevolgen zal hebben voor X. De kans is reëel dat X met een restschuld geconfronteerd zal worden wanneer de woning via een veiling wordt verkocht. Hoe dan ook zal zij niet over het voor haar pensioen bestemde deel van de overwaarde kunnen beschikken. Bij zijn oordeelt neemt de rechtbank mede in aanmerking dat er geen enkele aanwijzing is dat X ooit wel over voldoende liquide middelen heeft beschikt om de belastingschuld te betalen, maar deze voor andere doelen dan het betalen van belasting heeft aangewend. Bovendien heeft X een reëel aanbod gedaan om nu € 20.000 te betalen aan de ontvanger. De rechtbank verklaart het verzet van X tegen de tenuitvoerlegging van de dwangbevelen gegrond en stelt de dwangbevelen buiten werking tot uiterlijk 1 januari 2017, onder de voorwaarde dat X uiterlijk op 30 april 2016 een bedrag van € 20.000 aan de ontvanger heeft betaald.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:84

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Invordering

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 1 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen