In 2016 stromen enige (ex-)werknemers van X bv in in de ZW en in de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). De inspecteur geeft een beschikking gedifferentieerd premiepercentage werkhervattingskas (Whk) 2018 af aan X bv waarbij de ZW-uitkeringslasten 2016 van enkele werknemers, waaronder Q, aan X bv worden toegerekend. Volgens X bv is dit niet juist, omdat het UWV is tekortgeschoten in haar re-integratietaken. Ter zitting voert X bv aan dat in dergelijke gevallen gewoonlijk ‘ontkoppeling’ plaatsvindt door het Uwv, waardoor (een deel van) de uitkeringslasten niet worden toegerekend.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de ZW-uitkeringslasten van Q over 2016 niet kunnen worden toegerekend aan X bv. De rechtsbescherming van X bv komt namelijk in het geding door elkaar tegensprekende rechterlijke uitspraken. Uit een uitspraak van Rechtbank Overijssel (30 januari 2018, AK 17/1106) volgt namelijk dat X bv in deze procedure, over de toerekening van de ZW-lasten, het tekortschieten door het UWV in haar re-integratietaken moet aanvoeren terwijl de inspecteur op een andersluidende uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wijst. Uit deze uitspraak (18 maart 2004, 01/2876 WAO en 02/1224 WAO) volgt dat een discussie over de re-integratie-inspanningen van het Uwv thuishoort in de procedure aangaande de toekenning van de uitkering, en niet in een procedure over de toerekening van WGA- of ZW-uitkeringslasten. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 38