Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen IB/PVV 1990 en vermogensbelasting 1991 heeft opgelegd aan X die op zitting heeft bekend rekeninghouder te zijn bij de KB Lux. Ook de aanslagen IB/PVV 2001 en 2002 zijn terecht en voor het juiste bedrag opgelegd.

Belanghebbende, X, is het niet eens met de (navorderings)aanslagen IB/PVV en vermogensbelasting die de inspecteur hem heeft opgelegd in verband met een rekening die X zou aanhouden bij KB Lux.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen IB/PVV 1990 en vermogensbelasting 1991 heeft opgelegd aan X die op de zitting heeft bekend rekeninghouder te zijn bij de KB Lux. Ook de aanslagen IB/PVV 2001 en 2002 zijn terecht en voor het juiste bedrag opgelegd. De rechtbank volgt de inspecteur in zijn schatting van de correcties van de inkomens van X. De door X ingebrachte rekeningoverzichten uit 2003 van de KB Lux rekening bieden onvoldoende inzicht in het verloop en het mogelijke saldo van die rekening in 2001 en 2002. Verder is onduidelijk of aan die rekening, naast de op de bankafschriften vermelde termijndeposito's, in 2001 en 2002 nog andere termijndeposito's waren gekoppeld. Ook de verhogingen en boetes zijn terecht opgelegd, aangezien de Belastingdienst aannemelijk heeft gemaakt dat sprake was van opzet (ook voor de jaren 1990 en 1991). Daarbij heeft de rechtbank onder meer in aanmerking genomen dat X ter zitting heeft erkend dat hij een KB Lux rekening heeft (gehad) en dat bovendien uit de gedingstukken kan worden afgeleid dat die rekening in 1987 was geopend en in 2003 nog steeds bestond. Wel heeft de rechtbank de verhogingen en boetes, conform het standpunt van inspecteur, verminderd naar 32% van de verschuldigde belasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e-b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 3 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen