Belanghebbende, X, stelt beroep in tegen de weigering van de gemeente om een kostenvergoeding toe te kennen voor het bijwonen van een hoorzitting in een WOZ-procedure. Rechtbank Rotterdam kent voor de hoorzitting in bezwaar een vergoeding toe van € 235. X gaat in hoger beroep omdat de vergoeding € 243 moet zijn in plaats van € 235. De heffingsambtenaar van de gemeente erkent dat de rechtbank een te lage vergoeding heeft toegekend.
Hof Den Haag verklaart het hoger beroep van X niet-ontvankelijk omdat er tussen X en de gemeente niet langer een geschil bestaat over de hoogte van de kostenvergoeding in bezwaar. De gemeente is geheel aan de bezwaren van X tegemoet gekomen. X krijgt voor de fase van hoger beroep wel een vergoeding van het griffierecht en de proceskosten (rekening houdend met een wegingsfactor van 0,25).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2