Erflater heeft de door de inspecteur gestelde vragen over zijn inkomsten, vermogensbestanddelen en activiteiten (wereldwijd) over de jaren 2004 t/m 2014 niet beantwoord. Hij stelt in die jaren niet in Nederland belastingplichtig te zijn. In geschil is de informatiebeschikking die de inspecteur aan erflater heeft opgelegd.
Rechtbank West-Brabant handhaaft de informatiebeschikking voor de jaren 2004 t/m 2011. Erflater had in Nederland meerdere woningen ter beschikking en verbleef daar ook. Hij was directeur en grootaandeelhouder van een Nederlandse concernstructuur, verrichte werkzaamheden in Nederland en hij had meerdere vervoermiddelen in eigendom en in Nederland in gebruik. Deze omstandigheden zijn voldoende voor het stellen van de vragen omdat niet valt uit te sluiten dat erflater een duurzame band van persoonlijke aard had met Nederland. De informatiebeschikking voor de jaren 2004 t/m 2011 is terecht. De informatiebeschikking voor de jaren 2012 tot en met 2014 blijft echter niet in stand omdat voor deze jaren na het afgeven van een informatiebeschikking definitieve aanslagen zijn opgelegd. Het kiezen voor het instellen van bezwaar en beroep tegen een informatiebeschikking in plaats van het beantwoorden van de gestelde vragen levert geen misbruik van procesrecht op. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de weduwe van erflater acht de rechtbank een termijn van drie maanden na verzending van de uitspraak passend voor het alsnog aanleveren van gegevens. Het beroep van belanghebbenden, de erfgenamen van erflater, is deels gegrond.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 21 november