Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de hardheidsclausule van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) geen mogelijkheid biedt om af te wijken van de hoogte van de tegemoetkoming. De hardheidsclausule geeft slechts een mogelijkheid om in bijzondere gevallen af te wijken van de regels over wie in aanmerking komt voor de tegemoetkoming.

X is een kind van een gedupeerde ouder van de Toeslagenaffaire. Op grond van de kindregeling ontvangt zij een forfaitair bedrag van € 10.000. X acht dit bedrag te laag en beroept zich op de hardheidsclausule van de Wet hersteloperatie toeslagen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de hardheidsclausule van de Wht geen mogelijkheid biedt om af te wijken van de hoogte van de tegemoetkoming. De hardheidsclausule geeft slechts een mogelijkheid om in bijzondere gevallen af te wijken van de regels over wie in aanmerking komt voor de tegemoetkoming. De rechtbank wijst erop dat de bepaling over de hoogte van de tegemoetkoming (art. 2.12 Wht) niet wordt genoemd in de bepaling met de hardheidsclausule (art. 9.1 lid 1 Wht). Verder merkt de rechtbank nog op dat de vergoeding op basis van de kindregeling niet een schadevergoeding betreft maar een (forfaitaire) financiële tegemoetkoming. Volgens de rechtbank heeft zij niet de ruimte om een wet in formele zin te toetsen aan het evenredigheidsbeginsel of deze wet buiten toepassing te laten. Het is en blijft aan de wetgever om beperkingen die uit de kindregeling voortvloeien te veranderen als hij dat nodig vindt. het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet hersteloperatie toeslagen 9.1

Wet hersteloperatie toeslagen 2.12

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 12 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

166

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen