Belanghebbende, X, is gebruiker van een winkelpand in het centrum van een stad. Aan het pand is een bord aangebracht met daarop de naam van het bedrijf. Dit bord is zichtbaar vanaf de openbare weg. In geschil is of de gemeente X terecht een aanslag reclamebelasting heeft opgelegd.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat gemeenten het tarief voor de reclamebelasting afhankelijk mogen stellen van het aantal (zichtbare) vierkante meters van de openbare aankondiging. Ook is het geoorloofd om verschillende tarieven te hanteren afhankelijk van de plaats waar de openbare aankondigingen zijn gelegen. Een dergelijke heffingsmaatstaf levert volgens de rechtbank geen onredelijke of willekeurige belastingheffing op. Nu vooral de ondernemers in het (centrum)gebied profiteren van de activiteiten van het ondernemersfonds (waar de opbrengst van de heffing naartoe gaat), heeft de gemeente in redelijkheid kunnen besluiten om de heffing van reclamebelasting te beperken tot juist dat (centrum)gebied. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 24 juni