X verzoekt op de voet van de Wet WOZ dan wel de WOB om verschillende gegevens die zouden zijn gebruikt bij de waardebepaling van zijn woning. Rechtbank Zutphen beoordeelt of deze gegevens onder het bereik van art. 40 Wet WOZ dan wel van de WOB vallen. X komt in hoger beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat X heeft verzocht om gegevens die niet expliciet zijn benoemd in art. 40 Wet WOZ. Dit laat onverlet dat zijn verzoek beoordeeld moet worden aan de hand van die openbaarmakingsregeling, nu hij de gegevens heeft opgevraagd met het oog op het kunnen controleren van de waardevaststelling van zijn woning. Het verstrekken van de gegevens met toepassing van de WOB zou afbreuk doen aan de in art. 40 Wet WOZ neergelegde regeling, die een vorm van ‘beperkte openbaarheid' beoogt. Op het verzoek van X is de WOB dus niet van toepassing. De beoordeling of de gemeenteambtenaar op grond van art. 40 Wet WOZ aan X de door hem verzochte gegevens had moeten verstrekken, dient plaats te vinden in de procedure tegen de waardevaststelling van zijn woning door de in die procedure bevoegde rechter. Door te oordelen dat een deel van de verzochte gegevens onder het bereik van de WOB valt, dan wel door te treden in de vraag of de gemeenteambtenaar op grond van de in art. 40 Wet WOZ neergelegde openbaarmakingsregeling de verstrekking van andere verzochte gegevens heeft mogen weigeren, heeft de rechtbank dat niet onderkend. De Afdeling bestuursrechtspraak verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak Rechtbank Zutphen van 11 juli 2012 in zaak nr. 10/1080, verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep ongegrond en vernietigt het besluit van het hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen van de gemeente Apeldoorn.
Lees ook het thema over de WOZ.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 40
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Editie: 24 december