Rechtbank Limburg volgt niet de recente beslissing van Rechtbank Midden-Nederland om geen proceskostenvergoeding toe te kennen als de rechtsbijstand in een WOZ-zaak is verleend op basis van no-cure-no-pay.

X komt in beroep tegen een WOZ-beschikking.

Rechtbank Limburg volgt niet de recente beslissing van Rechtbank Midden-Nederland om geen proceskostenvergoeding toe te kennen als de rechtsbijstand in een WOZ-zaak is verleend op basis van no-cure-no-pay. Rechtbank Midden-Nederland overwoog dat voor een proceskostenveroordeling is vereist dat er daadwerkelijk kosten van rechtsbijstand in rekening worden gebracht en concludeerde op grond van de algemene voorwaarden van de betreffende gemachtigde (van hetzelfde kantoor als de onderhavige gemachtigde) dat daarvan geen sprake was (Rb. Midden-Nederland 6 december 2022,  ECLI:NL:RBMNE:2022:5129, V-N Vandaag 2022/3074). Rechtbank Limburg volgt deze lijn niet. Gelet op vaste rechtspraak van de Hoge Raad is de rechtbank van oordeel dat de omstandigheid dat de vergoeding aan de rechtsbijstandverlener afhankelijk is van de proceskostenvergoeding die de rechtbank toekent, niet meebrengt dat er geen kosten zijn verschuldigd voor het inschakelen van een gemachtigde. Dat (het ontstaan van) de betalingsverplichting afhankelijk is gesteld van een voorwaarde, namelijk de toekenning van een proceskostenvergoeding door de rechtbank, acht de rechtbank hiervoor irrelevant en juist een algemeen kenmerk van een no-cure-no-payovereenkomst.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Limburg

Editie: 6 februari

34

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen