Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank ten onrechte twee zeer goed vergelijkbare referentiewoningen buiten beschouwing heeft gelaten. Op basis van deze twee referentiewoningen is het hof van oordeel dat de heffingsambtenaar heeft voldaan aan de op hem rustende bewijslast.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een hoekwoning in de gemeente Heemstede. In beroep verlaagt Rechtbank Noord-Holland de WOZ-waarde 2016 van € 426.000 naar € 400.000. De heffingsambtenaar stelt hoger beroep in.

Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank ten onrechte twee zeer goed vergelijkbare referentiewoningen buiten beschouwing heeft gelaten. Op basis van deze twee referentiewoningen is het hof van oordeel dat de heffingsambtenaar heeft voldaan aan de op hem rustende bewijslast. De twee genoemde woningen zijn (geïndexeerd naar de peildatum) verkocht voor bedragen van € 336.000 en € 365.000. De woning van X beschikt over een grotere kavel, twee dakkapellen, een aanbouw en een garage. Deze onderdelen leveren een meerwaarde op van circa € 74.000, zodat de WOZ-waarde van € 426.000 niet te hoog is. X beroept zich ten slotte tevergeefs op de WOZ-waarde vastgesteld voor een eerder jaar. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 24 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen