Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat slechts éénmaal rekening mag worden gehouden met de incidentele uitbetalingen na het overlijden van A.

De belastingdienst kent aan A een voorschot huurtoeslag toe voor het jaar 2008. Op 28 april 2008 overlijdt A. Na zijn overlijden worden aan A incidentele uitbetalingen gedaan, die door de belastingdienst worden toegerekend aan de periode 1 januari 2008 - 28 april 2008. Voor de vaststelling van het recht op huurtoeslag over het jaar 2008 deelt de inspecteur de inkomsten van A door vier en vermenigvuldigt hij de uitkomst met twaalf. Hierdoor wordt driemaal rekening gehouden met de incidentele uitbetalingen en wijkt het jaarinkomen van A sterk af van het jaarinkomen van de voorgaande jaren. De belanghebbenden zijn het niet eens met de door de inspecteur berekende huurtoeslag voor het jaar 2008. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat slechts éénmaal rekening mag worden gehouden met de incidentele uitbetalingen na het overlijden van A. Volgens de rechtbank heeft de wetgever met de herrekening naar tijdsevenredigheid namelijk beoogd om te bevorderen dat er een evenwichtig beeld van het inkomen ontstaat dat recht doet aan de inkomenssituatie van betrokkene in de periode dat hij nog in leven was. Door de herrekening zoals die door de inspecteur wordt uitgevoerd, wordt er volgens de rechtbank veelal huurtoeslag teruggevorderd, hetgeen volgens de rechtbank niet de bedoeling van de wetgever is geweest. De inspecteur moet een nieuw besluit nemen voor het berekeningsjaar 2008.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 13 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen