Rechtbank Oost-Brabant vraagt aandacht voor het verlies aan kostbare voorbereidings- en zittingstijd door WOZ-zaken die te laat worden ingetrokken.
X stelt beroep in tegen de hoogte van bezwaarkostenvergoeding in een WOZ-zaak. X en zijn gemachtigde verschijnen met kennisgeving niet op zitting. Na sluiting van de zitting wijst de gemachtigde van X op jurisprudentie van de Hoge Raad die ziet op de vergoeding van proceskosten in bezwaar.
Rechtbank Oost-Brabant vraagt aandacht voor het verlies aan kostbare voorbereidings- en zittingstijd door WOZ-zaken die te laat worden ingetrokken. Late intrekkingen frustreren de efficiënte planning van zittingsruimte en capaciteit, waardoor andere zaken onnodig vertraging oplopen. Partijen worden verzocht om in een vroeg stadium te beoordelen of een compromis mogelijk is en een procedure noodzakelijk is. Intrekkingen en afmeldingen voor zittingen dienen zo vroeg mogelijk te worden gemeld om onnodig verlies van tijd en middelen te voorkomen. Het beroep van X is gegrond. De proceskostenvergoeding wordt verhoogd op basis van HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1060, BNB 2024/114, V-N 2024/33.18. Voor de beroepsfase krijgt X slechts 10% van de forfaitaire proceskostenvergoeding vanwege de proceshouding van de gemachtigde en de eenvoud van de zaak.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 2
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 23 december
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken