Rechtbank Oost-Brabant verwerpt in een WOZ-procedure de taxatiemethodiek van X omdat die onvoldoende inzichtelijk is.

X is het niet eens met de WOZ-waarde 2016 van zijn woning. De gemeente verlaagt in bezwaar de waarde van € 560.000 naar € 520.000.

Rechtbank Oost-Brabant verwerpt de taxatiemethodiek van X omdat die onvoldoende inzichtelijk is. In zijn uitspraak van 28 april 2016, V-N 2016/46.17.41 heeft Hof 's-Hertogenbosch kritiek geleverd op de taxatiemethodiek. X heeft ook in de onderhavige procedure niet inzichtelijk gemaakt hoe hij vanuit de verkoopgegevens van de referenties een vertaling maakt naar de waarde van de woning. Voor de referentieobjecten zijn de grondwaarden in de taxatiekaarten de resultante van de verkoopprijs minus de waarde van de opstal. X stelt dat de kosten van de opstal bij hem bekend zijn en dat, na aftrek van de herbouwwaarde, een grondprijs wordt bepaald. Het is echter niet inzichtelijk hoe de waarde voor de opstal is bepaald en evenmin of bij de verwerking daarvan in de taxatie wordt aangesloten bij marktprijzen. Ook hanteert X in zijn taxatie voor de zogenaamde KOLDU-scores en scores voor liggingsaspecten een schaal die loopt van 1 t/m 9. Een punt verschil in de KOLDU-score leidt tot een correctie van 3% op de m³-prijs en een punt verschil in de ligging tot een correctie van 10% op de grondwaarde. Dit proces is voor de rechtbank onvoldoende inzichtelijk. X maakt zijn waarde niet aannemelijk. Omdat de heffingsambtenaar wel slaagt in zijn bewijslast, is het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 17 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen