Hof Arnhem-Leeuwarden constateert dat Rechtbank Overijssel zonder goede reden stelselmatig uitspraken verzendt voordat ze in het openbaar zijn uitgesproken. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X komt in hoger beroep tegen een uitspraak van Rechtbank Overijssel inzake een WOZ-beschikking en aanslagen OZB en rioolheffing.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2022/67) constateert dat Rechtbank Overijssel zonder goede reden stelselmatig uitspraken verzendt voordat ze in het openbaar zijn uitgesproken. In de Coronacrisis is er een uitzondering gemaakt voor situaties waarin uitspraken niet in het openbaar kunnen worden uitgesproken omdat de gerechtsgebouwen zijn gesloten (art. 11 Tijdelijke regeling bestuursrecht). De openbaarmakingszittingen kunnen dan worden opgeschort. Dat speelt hier echter niet. Kennelijk is sprake van een vaste procedure bij de rechtbank waarbij – ondanks dat de gerechtsgebouwen niet zijn gesloten – uitspraken volgens een vast patroon later in het openbaar worden uitgesproken en dat de bekendmaking van de uitspraak aan partijen niet tot dat moment wordt opgehouden. Dit is in strijd met de wet. Het hof gaat er van uit dat de uitspraak van de rechtbank niet in het openbaar is gedaan. Het hof herstelt dit gebrek door zelf in het openbaar uitspraak te doen en daarin de door de rechtbank genomen beslissing te vermelden (ABRvS, 7 april 2020, 202002016/1, AB 2020/194). Het hoger beroep van X is ook gegrond vanwege overschrijding van de opbrengstlimiet van de rioolheffing. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:78
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 19 april