Rechtbank Oost-Brabant tikt partijen op de vingers over hun procesgedrag bestaande uit het laat indienen van stukken respectievelijk het nauwelijks motiveren van het beroepschrift.

X bv komt in beroep tegen de WOZ-beschikking van twee supermarkten.

Rechtbank Oost-Brabant tikt partijen op de vingers over hun procesgedrag bestaande uit het laat indienen van stukken respectievelijk het nauwelijks motiveren van het beroepschrift. De heffingsambtenaar heeft weliswaar rekening gehouden met de 10-dagen termijn, maar het tijdstip van indienen stelt zowel X bv als de rechtbank voor de uitdaging om in korte tijd een grote hoeveelheid relevante informatie tot zich te nemen. In WOZ-zaken komt menig heffingsambtenaar helaas pas op de valreep met een onderbouwing van de waarde. Met zijn procesgedrag maakt de heffingsambtenaar het X bv moeilijk om adequaat te reageren. Deze gang van zaken bevordert niet een grondige, efficiënte en vlotte behandeling van de zaken. Anderzijds heeft X bv een beroepschrift ingediend met een aantal beroepsgronden die grotendeels niet of nauwelijks zijn onderbouwd. Wanneer partijen in de toekomst volharden in dit procesgedrag, zal de rechtbank daaraan consequenties verbinden. Inhoudelijk verklaart de rechtbank het beroep van X bv gegrond en stelt de WOZ-waarden in goede justitie vast. De heffingsambtenaar maakt voor het bepalen van de kapitalisatiefactor voor de beide supermarkten gebruik van een sale-lease-back-transactie, maar maakt niet aannemelijk dat die verkoopprijs niet afwijkt van de verkoopprijs die zonder de koppeling van de verkoop en het terughuren zou zijn behaald.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:58

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 16 juni

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen