Rechtbank Leeuwarden oordeelt in beroep dat noch X, noch de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van een hotel aannemelijk maakt. De heffingsambtenaar heeft het motiveringsbeginsel geschonden door nergens te vermelden dat wordt uitgegaan van de toestandsdatum 1 januari 2011. 

 

X is eigenaar van een hotelaccommodatie. De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2010 vastgesteld op € 13.728.000. In geschil is de juistheid van deze waarde.

Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar het motiveringsbeginsel heeft geschonden door nergens in de stukken, noch op de beschikking, noch in de uitspraak op bezwaar, de toestandsdatum van 1 januari 2011 te noemen. De heffingsambtenaar slaagt er ook niet in om de waarde aannemelijk te maken. De ambtenaar heeft niet aangegeven hoe de door hem gehanteerde kengetallen tot stand zijn gekomen. X heeft de waarde evenmin aannemelijk gemaakt. Een functionele veroudering van 30% voor een hotel dat op de waardepeildatum nog niet in gebruik is genomen, acht de rechtbank niet aannemelijk. Nu de heffingsambtenaar en X beide de waarde niet aannemelijk maken, stelt de rechtbank de waarde vast op € 13.000.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Leeuwarden

Editie: 23 januari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen