Belanghebbende, X, geeft in haar aangifte IB/PVV 2012 geen inkomen uit sparen en beleggen aan. De inspecteur corrigeert het box-3-inkomen in verband met tegoeden op buitenlandse bankrekeningen en legt een box-3-boete van 240% op. X erkent dat zij in het verleden banktegoeden bij KB-Lux heeft aangehouden, maar daar zou niks meer van over zijn. De inspecteur concludeert in beroep tot een lagere box-3-correctie.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X het bewijsvermoeden dat het saldo van de bankrekening(en) in 2012 het heffingsvrij vermogen in box 3 te boven gaat niet heeft ontkracht. Dit bewijsvermoeden is gerechtvaardigd omdat het saldo op de bankrekeningen op 1 januari 1994 meer dan f 100.000 (€ 45.378) bedroeg.De rechtbank acht de stelling van X niet geloofwaardig dat de bedragen die werden aangehouden, gedeeltelijk aan X en haar echtgenoot toekomen, terwijl het overgrote deel van de aangehouden bedragen zou toebehoren aan niet nader te noemen familieleden. Nu in rechte vaststaat dat een informatiebeschikking is genomen, ligt het op de weg van X om overtuigend aan te tonen dat de uitspraak op bezwaar onjuist is. X slaagt hierin niet. De rechtbank beoordeelt vervolgens eerst of door de inspecteur (zonder omkering en verzwaring van de bewijslast) aannemelijk is gemaakt dat over het jaar 2012 de aangifte onjuist of onvolledig is gedaan. Onder verwijzing naar de arresten van de Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2014:115, BNB 2014/47 en ECLI:NL:HR:2013:63, V-N 2013/32.7, beantwoordt de rechtbank deze vraag bevestigend. Een box-3-boete van 240% acht de rechtbank gezien de omstandigheden van dit geval, waaronder omkering van de bewijslast (HR 18 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1962, V-N 2008/6.4) en recidive, passend en geboden.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 3 november