Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat X voor zijn bakkerij meel zwart heeft ingekocht en broden zwart heeft verkocht. Dit leidt tot omkering van de bewijslast.

Belanghebbende, X, exploiteert een bakkerij, eerst in de vorm van een VOF en daarna met behulp van een bv. Naar aanleiding van strafrechtelijk onderzoek en een boekenonderzoek legt de inspecteur aan X navorderingsaanslagen IB/PVV op waarin het belastbaar inkomen uit werk en woning (2005) respectievelijk het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (2006 t/m 2007 en 2009) fors wordt verhoogd

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat X voor zijn bakkerij meel zwart heeft ingekocht en broden zwart heeft verkocht. Dit gelet op onder meer de bevindingen uit een Belgisch en het Nederlands strafrechtelijk onderzoek en de gebreken in de administratie van X. Het voorgaande leidt tot omkering van de bewijslast. De inkomenscorrecties zijn gebaseerd op een redelijke schatting. X is niet erin geslaagd te doen blijken dat de inkomenscorrecties onjuist zijn. De beroepen van X zijn wel gegrond omdat de inspecteur heeft verklaard dat de navorderingsaanslagen naar te hoge bedragen zijn vastgesteld en art. 2.17 Wet IB 2001 alsnog moet worden toegepast.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Wet inkomstenbelasting 2001 2.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 15 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen