X bv is eigenaar en gebruiker van onroerende zaken op een bedrijventerrein bestaande uit kantoren en opslag-/magazijnruimtes. Voor de Wet WOZ heeft de heffingsambtenaar de onroerende zaken afgebakend als zes WOZ-objecten. In geschil zijn de WOZ-beschikkingen 2016 voor deze objecten.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar de ruimtes voor de Wet WOZ juist heeft afgebakend en gewaardeerd. Elke ruimte heeft een apart (huis)nummer en is afzonderlijk bruikbaar, verhuurbaar en verkoopbaar. Elke unit kan worden gebruikt zonder dat andere delen van het gebouw noodzakelijk worden gebruikt. De heffingsambtenaar heeft de units terecht als afzonderlijke WOZ-objecten aangemerkt. Ook de WOZ-waarde heeft de heffingambtenaar niet te hoog vastgesteld. De risico-opslag, het percentage onderhoud en het leegstandsrisico voor de onroerende zaken is niet te laag bepaald. De rechtbank verwerpt het betoog van X bv dat de heffingsambtenaar voor alle objecten dezelfde kapitalisatiefactor behoort te hanteren en dus ten onrechte per object een kapitalisatiefactor heeft berekend .
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 24 maart